Na de opvul dagen, vervolgde ik mijn weg naar Katoomba.
Een plaatsje middenin de Blue Mountains van Sydney. Hier bracht ik 4 dagen door.
De Blue Mountains was één van de eerste dingen die ik van Australië zag en ik wist meteen dat ik daar naartoe wilde.
Nu was het dan ook eindelijk zover en ik kon en kan nog steeds, niet geloven dat ik er ben geweest. Het was zo ongelofelijk mooi, heel bizar om iets te zien wat je maanden van tevoren op een plaatje hebt gezien 16.633 km verderop.
Ik heb elke dag genoten van de mooie en bijzondere natuur om me heen.
De camping waar ik stond, was bijna elke dag vol en heerlijk om te staan.
Ik hoefde er niet de hoofdprijs voor te betalen, ik had gewoon stroom en zoveel gratis wifi als ik maar wilde. Beter kan je het niet krijgen.
De wandelpaden van de Blue Mountains lagen binnen loopafstand en ik heb dan ook een aantal mooie wandelingen gemaakt.
De tweede dag ging ik naar Scenic World, vanuit daar kon ik via 4 verschillende methodes de Blue Mountains in en wandelingen maken.
Ik begon met de Scenic Railway, ‘s werelds steilste trein naar beneden of omhoog onder een hoek van 52 graden.
Zo ontzettend gaaf! Ik nam de trein naar beneden en ging vanaf daar de Scenic Walkway doen. Een wandeling van ongeveer een uur door het regenwoud van de Blue Mountains.
Daarna nam ik de Scenic Cableway terug omhoog. Een kabelbaan die je over de boomtoppen terug de berg op brengt. Het is een grote cabine waar meerdere mensen inpassen en waar je gewoon in staat. Je zweeft als het ware over de boomtoppen en hebt fantastische uitzichten over de Blue Mountains.
Hierna nam ik de Scenic Skyway, ook een soort kabelbaan, maar dan net iets anders. Het is een rechthoekige cabine met een doorkijkvloer. Hierdoor kan je ook zien wat er onder je gebeurd. Deze baan brengt je van de ene kant naar de andere kant in de vallei. Aan de andere kant, kan je een wandeling maken naar de Three Sisters.
De baan is 720 meter lang en 270 meter hoog, ook hier heb je prachtige uitzichten. Waar ik nooit genoeg van zou kunnen krijgen.
Ik ging vervolgens het pad naar de Three Sisters lopen. Een steil paadje langs steile rotswanden en veel, heel veel, trappen. Ik voelde de dag erna mijn benen wel.
Het mooiste van alles was dat ik de hele tijd met prachtige uitzichten aan mijn rechterhand liep. Wat het een van de mooiste wandelingen maakt die ik tot nu toe hier in Australië heb mogen wandelen.
Ik kwam uiteindelijk bij het uitzichtpunt van de Three Sisters aan. Een hele toeristische plek, die ik als het kan vermijd. Ik had de rotsformatie al gezien, maar wilde ze toch van dichtbij bekijken.
Ik ben er echter niet lang gebleven, aangezien er een hoop mensen waren. Ik had nog wel andere plekjes waar ik van het uitzicht kon genieten zonder mensen erbij.
De Three Sisters is een rotsformatie van 3 rotsblokken, een soort van torens.
Hun namen zijn Meehni (922 m hoog), Wimlah (918 m hoog) en Gunnedoo. (906 m hoog) De legende over deze rotsformatie gaat als volgt:
Er waren 3 zussen, Meehni, Wimlah en Gunnedoo, die leefden in de Jamison Vallei. Ze maakten deel uit van de Katoomba stam. Ze werden echter verliefd op 3 mannen van de Nepean stam, maar trouwen was verboden volgens de wet van beide stammen.
De mannen waren niet blij met deze wet en besloten de zussen met geweld tot zich te nemen. Dit leidde tot een groot gevecht tussen beide stammen. De 3 zussen werden in steen veranderd door een wijze om hen te beschermen. De wijze overleed echter in het gevecht en er was niemand die de zussen terug kon brengen.
Tot op de dag van vandaag staan Meehni, Wimlah en Gunnedoo nog op de plek waar de wijze hen gebracht heeft.
Vrijdag 16 maart:
Het weer zat deze dag tegen. Het was erg mistig en vreselijk koud. Iets wat ik na 4,5 maand met 30 graden, niet meer gewend was.
De temperatuur was ongeveer een graad of 15 en waterkoud. Op zich niet heel koud, maar wel als je de maanden ervoor niet onder de 20 graden hebt doorgebracht =)
Ik heb deze dag doorgebracht in het plaatsje Katoomba, erg leuke plek met vele kleine winkeltjes en restaurantjes.
Heerlijk om zo de dag door te brengen en af te sluiten met een laatste uitzicht over de Blue Mountains.
De volgende dag ging ik naar de Jenolan Caves. Hier heb ik de Oriënt tour gedaan. Een tour door één van de vele grotten en deze grot zat vol met kristallen.
Prachtig om te zien wat de natuur allemaal kan maken. Een aantal van de kamers die we hebben bezocht, hebben in het verleden compleet onder water gestaan en daarmee de rotswanden gevormd tot hoe ze nu zijn.
Niet alleen de grot was de moeite waard, ook de rit ernaartoe was al een avontuur op zich. Het plaatsje Jenolan ligt midden in de bergen en is alleen te bereiken via steile, smalle bergweggetjes.
De weg was steil en erg bochtig en liep vlak langs de afgrond. De weg werd dan ook elke dag een aantal uur afgesloten voor uitgaand verkeer, zodat het grote verkeer zonder tegenliggers het plaatsje in kon komen.
Hoe uitdagend de weg ook was en de rit, zo mooi waren de uitzichten waarmee ik werd beloond. Hoe hoger ik de berg op kwam, hoe mooier het uitzicht. Ik had het niet willen missen en voor mijn rijvaardigheid is het ook weer een hele ervaring. Ik heb genoten van deze hele dag.
Die avond was mijn laatste avond in de Blue Mountains.
De volgende dag ging ik op weg naar de grote stad, Sydney. Onderweg stopte ik bij de Wentworth Falls.
Prachtige watervallen in de Blue Mountains met heerlijke wandelingen.
Hier heb ik de ochtend doorgebracht en mezelf een flinke work out gegeven voor die dag. Sydney here I come!
“Don’t climb Mountains so that people can see you. Climb Mountains so that you can see the world.”
Liefs,
Geschreven door Chantals.Adventure