Woensdag Kololi 31 graden 🌥️

Toen ik om 7 uur, na een goede nacht, buiten kwam, lag de rode kat op mijn stoel. Goedemorgen!!😺
Het waait nu wat harder dan gisteren, maar de zee en de cicades zijn nog wel te horen.
Met onze buurvrouw gesproken. Zij hebben last van het lampje van de nooduitgang in hun kamer. Arjen wist niet dat wij die ook hebben, maar bij ons brand de verlichting niet. 😬
Bij het ontbijt weer een omelet genomen. De apen waren er nu niet. In de tuin staat een grote plant met grote vruchten, blijkt een kalebas boom te zijn.
Na het ontbijt hebben we een taxi genomen die ons naar de Crocodile pool bracht in Katchikally. De chauffeur vertelde dat Gambia 2.4 miljoen inwoners heeft. Wat veel te zien onderweg!! Een grote mangoboom die nu bloemen heeft. En ook een “tuincentrum” langs de weg.
Onze chauffeur, Karamo Sonko,
woont in het plaatsje Bakau waar we ook doorheen zijn gereden. Kleine smalle straten van zand en veel kleine winkeltjes. Ze stoken hier nog op hout. Toen we aankwamen bij de Crocodile pool kwamen er meteen kinderen op ons af om te bedelen. Ze werden door de chauffeur weggestuurd.
Bij de pool lagen allemaal krokodillen die al gevoerd waren. Wij konden een witte krokodil aaien. Nou, niks niet zacht, maar hard en bobbelig. Krokodillen geven heilige kracht!!
Er was ook een grote baobab boom, enorm. Even verder op was er ook nog een reuze kapokboom. Het was een korte rondleiding gegeven door Bibi Bakary Bojang. Hij sprak Nederlands en vond mijn naam mooi. Ada betekent “moeder” in het Gambiaans. Hij was een vrolijke man en moest veel lachen en zij héél vaak “Ada”!
Toen we weer bij de taxi kwamen moesten we wachten op de vuilniswagen voordat we weg konden rijden. De kinderen kwamen weer, Arjen heeft wat geld gegeven. Daarna zaten ze steeds aan zijn broekzak.
Op de terugweg weer onze ogen uitgekeken. Wat een andere wereld!

Om half 12 waren we weer bij onze kamer. Daar gelezen, koffie gedronken en gekletst met de buren.
Ook een kopje bouillon gedronken en pepernoten als lunch gegeten.
Twee jongens vroegen of wij een kokosnoot wilden. Ja. Die werd ter plekke bij de boom opgeraapt en kapot gemaakt met een groot hakmes. Lekker! Met een lepeltje het zachte vruchtvlees er uit gelepeld.
Eindelijk omgekleed en naar het strand gegaan. Daar heb ik lekker geslapen. Charley, zo heet de man die we de eerste dag hebben ontmoet en die ons Maxima en Alexander noemde, kwam ook weer langs.
Ook werden we toegezongen door drie jonge mannen. Zij bespeelden instrumenten die van kalebassen waren gemaakt.

‘s Avonds bij “Mango” gegeten. Het is een Indiaas restaurant. We hadden mooi uitzicht over de Senegalstrip. En het eten was lekker.
Toen weer op ons terras gezeten en gelezen.

Geschreven door Sepkomtlogeren