Vandaag laten we Java achter ons en reizen we door naar Bali, het eiland van de goden!
Na een goed ontbijt stappen we in de bus, waar we 10 minuutjes later een kijkje nemen in een aluminiumfabriek. Stel je hier vooral geen grote fabriek bij voor: al het werk wordt met de hand gedaan in gebouwtjes langs de kant van de weg. Aluminium platen worden met de hand op maat geknipt, in vorm geslagen met een hamertje, of er worden met een ijzeren punt gaten in geslagen. Zo maken ze aluminium vaten, vergieten, pannen, bakken, noem maar op. Dat constante gehamer geeft een lawaai van jewelste, die mensen moeten stokdoof zijn van het werken daar!
We stappen weer in de bus en rijden door naar de volgende stopplek: de plantages van de familie Harni. Hier staat oma Harni ons op te wachten. We krijgen allemaal een corsage opgespeld, gemaakt van palmblad. Daarna neemt ze ons mee naar een ruimte waar ze laat zien, ruiken en proeven wat zij verbouwen op hun plantage: koffie, cacao, nootmuskaat, kruidnagel, kaneel, vanille, peper, kokos, rijst en citroengras. Na een korte uitleg over de groei en oogst van deze producten, en het uitdelen van antimuggenspul en de typische hoedjes die je op Indonesische rijstvelden ziet, neemt ze ons mee op een wandeling over de plantage om te laten zien hoe alles groeit. Wat prachtig om te zien!! Een schitterend stukje natuur vol bomen, struiken, bloemen en vlinders! Genieten! En heel interessant om te zien hoe alles groeit en bloeit.
Een palmboom bijvoorbeeld. Daarbij wordt er een keuze gemaakt of je de boom wil gebruiken voor palmsuiker of voor kokosnoten. Het kan niet allebei: palmsuiker wordt gemaakt door het aftappen van sap uit de ongeopende bloem van de palmboom. Door het sap af te tappen, blijft de bloem dicht en zal er geen kokosnoot ontstaan. Laat je de bloem wel tot bloei komen, dan kunnen zich kokosnoten vormen. Tussen de foto's zie je een bloem van de palmboom: een bleek, lichtgeel sprieterig ding. De uitlopers zijn mannelijke bloemen, de grotere bolletjes de vrouwelijke bloem die zal uitgroeien tot kokosnoot. Met zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen in zich is een palmboom dus een zelfbevruchtende plant.
De vanilleplant ondergaat een bewerkelijk proces om vanillepeulen te krijgen. De plant komt oorspronkelijk uit Mexico waar de bloemen worden bevrucht door een bepaald soort bij. Deze bij komt echter niet voor in Indonesië. Het bevruchten van de vanillebloem gebeurt daardoor met de hand. Als dat goed gedaan wordt, krijgt de bloem vanillepeulen. Mislukt het, dan verwelkt de bloem en komt er geen vanillepeul. Een ingewikkeld en tijdrovend karwei dus, waardoor je je voor kunt stellen waarom vanille duur is.
Na de wandeling krijgen we een kop thee met snacks gemaakt met producten van eigen plantage: een soort oliebolletje met ananas, een pandan pannenkoekje met kokosvulling en een gebakken banaantje. Oma Harni heeft haar kleinkinderen opgetrommeld voor een traditionele welkomstdans. De heren kregen een kroon van palmblad, bij de dames werd de haren opgestoken met een mooie bloem.
Na dit ontzettend mooie en leerzame uitstapje gaan we de bus weer in richting de haven. Hier nemen we de veerboot naar Bali, een tocht van ongeveer 1,5 uur. We zitten lekker op het dek van het uitzicht te genieten, fijn briesje. We zijn er voor we er erg in hebben. Selamat datang di Bali! (welkom op Bali)!
Op Bali is het een uur later dan op Java. Het is 15.00 Balinese tijd als we aankomen. Nog even 45 minuten in de bus en dan lunchen we bij een prachtig gelegen warung aan de zee! Na de lunch nog een klein uurtje in de bus en dan is daar om 18.00 eindelijk het hotel. Een mooie, ruime accomodatie met zwembad en privéstrand. Daarvan morgen foto's, het is al bijna donker bij aankomst.
We eten een hapje in het hotel en rusten dan lekker uit van een wederom lange, maar mooie dag.
Geschreven door Mandy.en.Edwin.around.the.world