Twee weken in Zuid-Toscane is bepaald geen straf in de voormalige boerderij Colombaiolo in Palazzo, eigendom van ‘Mr. Piero’ (72, geen internetter). Telefonisch hebben we met hangen en wurgen afspraken gemaakt, want Italianen spreken Engels zoals Italiaans, met uithalen en bijzondere klemtonen. Het huis met uitzicht ligt op een landgoed met olijfbomen, wijngaard en een entree geflankeerd door speervormige cipressen – die zo worden gesnoeid, ik heb altijd gedacht dat ze uit zichzelf in die vorm groeiden. De kamers zijn in ‘s lands stijl ingericht met stemmige antieke meubels. En we hebben weer een badkamer en een normaal bed, met springveren. Als de een zich omdraait blijft de ander nog een tijdje deinen. Met open mond zien we hoe Jeremy Clarkson op tv Top Gear presenteert met een hoge Italiaanse stem. We wachten Richard Hammond niet af, en grijpen naar de afstandsbediening.
We bezoeken de oude stad Cortona en zijn getuige van wat een society-bruiloft lijkt. De kerk stroomt net leeg, het lijkt wel een verkleedfeest. Met torenhoge hakken en extravagante hoeden klampt men zich vast aan trapleuning of echtgenoot bij de afdaling naar het plein waar de borrel wordt gehouden, terwijl onderwijl de rozenblaadjes al worden opgeveegd. In nabijgelegen Montepulciano en Pienza worden we verder overspoeld door prachtige panden met oude deuren en gevelstenen, eeuwenoude kerken met fresco’s en schilderijen en relieken naast negentiende-eeuwse massaproductie: heiligenbeelden met rollende ogen, veelal doorboord met speren en geflankeerd door biechtstoelen. De stadjes zijn respectievelijk centra van de wijn- en kaasproductie van de streek, de proeflokalen zien er chique uit.
Ma arriveert de tweede week in Rome, Nico haalt haar op van het vliegveld. Gewapend met drie dwarsliggers en het laatste boek van Annejet van de Zijl dat ik nog van Esther had meegekregen, brengen we de tijd door met praten, lezen, eten en de omgeving bekijken. Ook de honden zijn blij verrast door het weerzien met het ‘grote baasje’.
Orvieto ligt op 300 meter hoogte op een plateau en we nemen de funicolare omhoog, twee cabines op een railtje, een omhoog en een omlaag, een systeem dat al sinds 1888 functioneert - al is het eind twintigste eeuw gemoderniseerd en wordt het nu elektrisch aangedreven. In Orvieto bezoeken we de enorm gedecoreerde duomo en het bijbehorende MODO-museum. De overmaat aan religieuze kunst maakt dat we de Libreria Albèri (1499) – weliswaar zonder boeken, maar met alle disciplines destijds van belang op de muren aangegeven - en het portret van twee ‘normale’ mensen, waarschijnlijk edelen uit de vijftiende eeuw, veel mooier vinden.
Ma en Nico bezoeken samen Assisi. Het is een dagvullende trip – en ook wel vermoeiend, het weer werkt niet mee – maar de Basilica di San Francesco (1228, St. Franciscus overleed twee jaar eerder en is er begraven) maakt het allemaal de moeite waard. De St. Franciscus-merchandising loopt op volle toeren in de bijbehorende winkel, die net als de basiliek wordt gerund door monniken. De door gelovigen aangeschafte kaarsen worden met zes tegelijk aangestoken. Ma schaft naast kaarten om te versturen een boekenlegger met de paus aan, waar hij inderdaad erg aardig op staat.
De Suzuki stuitert over het slechte wegdek, en de meters in het dashboard begeven het een voor een. Een controlelampje brandt permanent, de snelheidsmeter hangt definitief onderin op nul, de tank is bergaf leeg en bergop vol. We moeten nu een beetje gokken hoe hard we rijden, misschien wordt het tijd voor een bezoek aan de garage. Een aanzienlijk deel van het wagenpark hier bestaat uit stokoude Panda’s, meestal bestuurd door dito stevige mannetjes, de knuisten om het kleine stuurtje gevouwen. Waarschijnlijk omdat daar niets stuk aan kan, denken wij. En omdat de straatjes op ezels zijn berekend.
Toscane is in de weken dat wij er waren overgegaan op herfstkleuren. Ma mist net het noodweer de laatste avond van ons verblijf: hagel, onweer, de harde wind blaast het tuinmeubilair de wijngaard in. In die tijd speelt ze net met veel schwung ‘In the Mood’ op de vleugel van het vliegveld van Rome, wachtend op het iets vertraagde vliegtuig. De Holy Canary, die er inmiddels toch al een beetje shabby uit ziet, moet ’s ochtends met Mr. Piero’s pick-up worden losgetrokken uit de modder. We gaan weer hogerop, om in het westen over de rand te duiken naar Zuid-Frankrijk.
Geschreven door Holycanary