Als ik wakker word en op mn klokje kijk, zie ik tot mijn schrik 8:41 staan. OMG schiet er door mij heen en ram Harm wakker.
“Heb je geen wekker gezet?” foetert hij.
“Hoe kan dat nou?
Waarom is tie dan niet afgegaan?”
Wat een hoop vragen ineens als je net wakker bent... We willen altijd graag uitgebreid ontbijten en in een hotel moet je nou eenmaal -in tegenstelling tot thuis- eerst je bad- en ochtendritueel afwerken voordat je de eetzaal in kunt. En het is geen staatsgeheim dat ik hier niet 1, 2, 3 mee klaar ben. Dat wordt razendsnel eten straks, we hebben nog krap 3 kwartier voor alles. Harm is al uit bed gesprongen, grabbelt zijn kleren bij elkaar en staat al in de badkamer.
Mijn phone niet goed ingesteld, te laat voor het eten, man boos; Ik baal als een stekker, vooral om het feit dat ik het allemaal aan mezelf te danken heb. Ik zet mijn bril op en zie ineens op het piepkleine display dat het geen 8:41 is, maar pas 6:41
Tja, die 8 en die 6 lijken ook wel verdomd veel op elkaar natuurlijk....
Ik roep vrolijk naar Harm, die nog nét niet onder de douche staat, dat ie weer terug naar bed kan en waarom. Hij weet niet of hij nou blij moet zijn of boos moet blijven. Ik plaag hem nog, dat ik beter had kunnen wachten tot hij er écht onder stond, dan konden we pas lachen. Maar hij verzekert mij dat ik dan nog lang niet jarig had geweest. Hahahaha het is nog geen kwart voor 7 en we hebben onze eerste lachsessie alweer achter de rug.
In tegenstelling tot de andere dagen is het vandaag geen al te best weer. Zwaar bewolkt maar de temperatuur is wel lekker.
We ontbijten voor het eerst op ons nieuwe stekkie en dat doen we op de 4e etage, dat ook meteen een dakterras heeft. Alleen de rokers zitten daar met hun ontbijtje want je waait met dit weer zowat het dak af.
We eten ons buikje weer rond met al dat lekkers.
Een uitgebreid buffet met warme gerechten en er staat zelfs een kok bij die speciale omeletten naar keuze voor je maakt.
Het moet niet gekker worden.
Recht tevenover ons hotel is een overdekt winkelcentrum en we kiezen ervoor om daar vanochtend heen te gaan zolang het nog zulk somber weer is.
Het winkelcentrum is een stuk groter dan gedacht en we shoppen er naar hartelust op los.
Over het algemeen vinden we alle Hongaren erg aardig volk. Vriendelijk, geïnteresseerd als je iets vraagt en ook nog behulpzaam.
Helaas treffen wij weer een chickie in de winkel die dat geen van drieën is. In een sportzaak koopt Harm wat T-shirtjes en bij de kassa staan we eindeloos te wachten; geen personeel te vinden.
Uiteindelijk komt dat grietje aan en reageert niet op onze vrolijke “goedemorgen”. Ze heeft een uitstraling van een dooie vis.
“Do you speak English?”
Ze schudt heel kort ongeïnteresseerd van nee. Goed gesprek, lekker gemotiveerd ook. Ze duwt na het afrekenen de T-shirtjes in Harm zn handen en loopt meteen zonder groet of wat bij de balie weg.
We staan te hannessen met losse T-shirts in onze hand, zó kunnen we toch ook het winkelcentrum niet door? Het ziet eruit of we ze gejat hebben. Ik heb maar een klein tasje bij me en daar passen ze niet in.
Wij die trut weer zoeken en hoe wij ook met gebarentaal in 3 talen vragen om een tasje (hoe moeilijk kan het zijn?), ze snapt niet wat wij bedoelen. Moet je Harm bij je hebben, die werd gek.
We zijn de zaak maar uitgelopen en hebben een papieren tasje bij de MediaMarkt ernaast gekocht.
Nadat de frustraties waren gezakt hebben we toch wel weer een leuke ochtend gehad gelukkig.
Laat in de middag gaan we weer naar het oude centrum van györ. Gisteren zagen we nog van alles waar we nog heen konden en hadden ook een visrestaurant gezien, die karper op het menu had staan. En Harm wilde dat zo graag eens beleven, dat we meteen hebben gereserveerd voor vanavond.
Het weer is gelukkig helemaal opgeknapt en we maken een lange wandeling langs een rivier die midden door de stad loopt, dat uitmondt in een stadspark.
De lucht heeft veel schapenwolken en het water ligt er superstrak bij, wat een adembenemende combi is. We fotograferen en wandelen lekker en na twee uurtjes zijn we weer terug op de plek waar we begonnen zijn.
We verheugen ons op de vismaaltijd straks, maar wat kan het leven toch tegenvallen....
De zaak is piepklein maar reuze gezellig. We beginnen met een vissoepje, de Halászlè.
Alle vissoepen die ik tot nu toe gegeten heb, zijn romig, smaakvol en gevuld met mosselen, garnalen en ander lekkers.
Maar later lezen wij op internet na dat deze Halászlè een pittige bouillon is met een moot ongefileerde vis erin, en rijk gegarneerd met chilipeper. Nou dat hebben we geweten.....
Hij was píttig, niet normaal meer. En de bonk vis op de bodem bevat zoveel graat, dat we nog geen halve lepel naar binnen durven te schuiven, uit angst dat we erin stikken.
We halen er graten uit, varierend van een halve naainaald (ook zo dun en scherp) tot duimdikke joekels van wel 12 cm. Ik heb al geen trek meer, maar Harm zet dapper door.
“Smaakt het?” vraagt de ober nog. “Nou, beetje veel graat” zeuren wij maar daar reageert de goede man niet echt op.
Ik hoop dat het hoofdgerecht beter zal bevallen.
We hebben een gerecht met karper genomen en eentje met meerval.
Je raadt het al; goedbeschouwd ook niet te kanen.
Twee baggervette gefrituurde gratenpakketjes, verpakt in een jasje van paneermeel. Het was niet echt wat we voor ogen hadden.
De patatjes zagen er wel lekker uit, dat dan weer wel.
We ruilen elk 1 visje zodat we van allebei kunnen proeven maar het kan ons allebei niet bekoren.
De meerval valt nog mee, maar vooral de karper is te vet, heel veel graat en nauwelijks vis. Ook de lekker uitziende patat is vet en zompig. Gelukkig kost het geen 100 euro hier maar we zijn wel een illusie armer.
Eenmaal buiten op het plein trakteren we onszelf op een goeie cappuccino als toetje en omdat ik zo weinig op heb, neem ik er als troostvoer nog een schaaltje Palacincken bij, dat zijn opgerolde dunne flensjes, gevuld met amandel, chocola en bestrooid met poedersuiker.
Mmmmmmm!!! Mijn dag is weer goed!
Iets te vroeg gejuigd, want dezelfde nacht word ik me toch ziek....
Maar daarover morgen meer.
Geschreven door Harm-en-paula.op.reis