Toen we onze reis planden voor de Oita-regio, was het duidelijk dat je de keuze had tussen Beppu (de populairste bestemming van de regio) of Yufuin. Yufuin zou veel relaxter zijn, maar de waarschuwing was dat het niet per se interessant hoefde te zijn als je er meerdere dagen verbleef. Uiteindelijk kozen we voor Beppu, omdat we buiten het grote seizoen niet vreesden voor massatoerisme, er meer keuze was qua activiteiten en overnachtingen, en het gewoon praktischer was voor de reisplanning. Daar zijn we heel blij mee, want afgezien van wat drukte bij de 7 hellen van Beppu is de stad verrassend rustig. Toch wilden we Yufuin graag voor een dag bezoeken. Dit dorp staat namelijk bekend als pittoresk, en de Flower Garden zou je moeten doen wanen in een Brits Victoriaans filmisch dorpje, met tegelijkertijd de magie van vele Ghibli-films. Kijk maar naar de foto’s online: het lijkt een sprookjesdorp.
Niets was echter minder waar. Hoewel we een mooie treinreis door de bergen maakten – in een klein treintje met slechts twee wagons – voldeed Yufuin niet aan de verwachtingen. De massatoeristen hadden dit dorpje op maandagochtend al gevonden met hun tourbussen, er werd op elke meter snacks verkocht (toegegeven, na een reis van anderhalf uur haal je dan ook wat). De zogenaamd thematische bloementuin werd gedomineerd door kattencafés en merchandise. Het dorp bleek ook veel kleiner dan gedacht. Waar ik (Greg) nog de fantasie had dat er een grote wandelroute doorheen liep, waren we er in vijf minuten echt wel doorheen. Het was een beetje een verloederde kerstmarkt. Zie hieronder foto's 2 en 3 die het verschil laten zien. Japanners en hun foto's online helpen niet altijd echt mee om een realistisch beeld te krijgen... Mijn vader zou naar voorbeeld van Obelix zeggen: rare jongens, die Japanners.
Gelukkig konden we erom lachen en besloten we om het dorpje maar te omzeilen, een gek visueel fotomuseum in te duiken en rond twee uur weer de trein terug te nemen. Nog net niet gerend, maar wel gehaast, want de volgende trein vertrok pas twee uur later.
Op de weg terug maakten we nog een pitstop in Oita-stad. Verder dan het station kwamen we echter niet, want een fatsoenlijk station in Japan heeft niet alleen treinen, maar ook een foodcourt, winkelcentrum, tempel, ziekenhuis, begraafplaats en McDonald's.
In de namiddag genoot Jamila in het hotel van een massage, terwijl ik het water nog eens inging. Geheel ontspannen gingen we daarna de stad in om een hapje te eten. We kwamen na een beetje doelloos ronddwalen uit bij een udon-noodlezaak. Udon zijn dikke, zachte tarwenoedels, anders dan ramen die dunner en soepiger zijn. We hadden ze nog niet gegeten in Japan, dus we gingen naar binnen. En toen ging het even mis.
Zoals gebruikelijk kregen we onze bestelling razendsnel. Echter, toen we de eerste happen namen, zagen we een klein beestje over de toonbank lopen. Toen nog een op de muur. En nog een bij de keuken. Kleine kakkerlakken! We wisten niet hoe snel we moesten vertrekken uit deze tent, en ik kon maar aan één ding denken: Kitanai!!! (vies, smerig, bah!). Een van de eerste woorden die ik in 2018 met Duolingo leerde, schoot door mijn hoofd. Een woord dat je niet nodig denkt te hebben in Japan – zeker niet als je meemaakt hoe ze in de bergen zelfs de bladeren van bomen met vier man tegelijk schoonvegen.
Je kunt je voorstellen dat van de ontspanning weinig overbleef. Terug in het hotel deden we een grondige controle om zeker te weten dat we geen ongewenste gasten mee naar binnen hadden genomen en fristen we ons op. Dit verslag schrijven is voor mij dan ook een manier om dit een plek te geven. Over een paar jaar lachen we erom... toch?
Om op een positieve noot te eindigen, nog even een uitstapje naar een algemeenheid van onze reis: sinds onze aankomst tot hoog in de bergen worden we overal begroet door één man – Shohei Ohtani, Japan’s honkbalheld. Hij is overal: op verpakkingen van groene thee, autoreclames, crèmes en zelfs damesondergoed. Fun fact: hij tekende in 2023 een contract bij de LA Dodgers voor 700 miljoen dollar, het grootste sportcontract ooit op dat moment. En hoewel hij in het buitenland speelt, hangt hij in elk café en wordt hij in alle promoties gebruikt. Zelfs wij toeristen worden geacht hem te kennen en dus ook richt hij zich met regelmaat tot ons. Laten we hopen dat we morgen op weg naar Tokyo weer begroet worden door Ohtani’s gezicht, het liefst vergezeld door Kumamon of een andere schattige mascotte (en niet door een ander klein, ongenodigd Japans icoon).
Geschreven door Greg-jamilas.reisverhalen