Nog steeds zitten wij vast in het hotel. De auto ‘s staan in het custumer parkeerplaats voor mensen die nog niet in China mogen reizen, zoals wij. Wij mogen wel in een bepaald gebied rond wandelen. Dat doen wij dus ook. Van alles bekijken, geen foto’s maken. Er is veel politie op de been. Waar wij ook lopen, lopen zij ook. Met een paar mensen aan de wandel, wordt er een stel aangehouden. Zij zijn drie kwartier ondervraagt, wat ze hier deden. Ze moesten paspoorten afgeven. Toen lieten zij zien dat ze alles van ons wisten. Waar wij waren geweest, welke auto van jou was, ze hadden een foto van je, ze wisten in welk hotel en de kamernummer van jou was. Dat was wel eng hoor, dat ze alles van je weten. Om het rijbewijs te krijgen moesten wij naar het ziekenhuis. Daar eerden wijbinderzocht, een ogentest meteen lepel, die je voor devoot moest houden. Dan moest je zeggen waar de poortjes open waren, boven, onder, links of rechts. Lachen natuurlijk. Dan werd er een foto gemaakt een handtekening zetten en klaar. Ook de auto most getest worden om een nummerbord en verzekering te krijgen. Je kreeg een Chinees mee die reed de auto. Die deed er allerlei testen mee, zoals in een keer op de rem trappen, zodat je bijna door de voorruit ging. De handrem de lampen en ga zo maar door. Toen het klaarkwam moest de auto weer terug op het costumer parkeerplaats. En wij weer in het hotel. Nu is het 10 mei het verlossende woord kwam om kwart over twee. Alle papieren waren er. We mochten eindelijk gaan. Eerst alle messen verstoppen en eventuele leesboeken die over China gaan verstoppen. Toen konden wij in konvooi vertrekken. Vele check pointe onderweg waar de campers steeds gecontroleerd werden. Nu zijn wijbin Usu aangekomen. Morgen naar Turpan. Zodra wij in een veilige provincie zijn mogen wij weer zelf onze gang gaan. Toch vonden wij dit prachtig om mee te maken. Het is en blijft een communistisch land.
Geschreven door Dini.zijderoute.2019