Na het vertrek vanmorgen van Bragança zijn we naar het noordoosten gereden, de Spaanse grens. Er is daar een dorpje, Rio de Onor, waar mensen een dialect spreken wat nauwelijks te verstaan is door de doorsnee Portugees. Een soort Fries voor ons Hollanders. Nou is dat Portugees hetzelfde als dat dialect want wij verstaan dat toch ook echt niet. Maakt dus niet uit. Maar we wilden dat dorpje wel eens zien. Er was daar ook een 'campismo' dus als het zou bevallen dan bleven we daar. Eenmaal aangekomen in Rio de Onor bleek het zelfs nog wel een soort toeristische trekpleister te zijn. Een dorp zoals dat ooit op TV was waar je voor 1 euro een huis kon kopen op Sardinië maar dan moest je het wel opknappen. Dit was kleinschaliger maar de op te knappen huisjes waren talrijk. Er waren er al een heleboel omgebouwd tot paleisjes maar er waren bouwvallen genoeg. Na een wandeling in het dorp gemaakt te hebben waren we er klaar mee. Ook de 'campismo' was niet wat we wilden en dus gingen we verder. Door de erg smalle straatjes van Rio de Onor gingen we verder naar het noorden, Spanje in. En via Spanje, inclusief kleine file, zijn we weer teruggegaan naar Chaves in Portugal. In de verte zagen we de bosbranden weer maar bleven daar ver vandaan. We staan nu achter een restaurantje waar, als we de maaltijd nuttigen (en dat hoeft niet eens), we gratis kunnen staan. We staan aan een watertje in de schaduw van een hele grote boom. Dáár zijn we erg blij mee want het is hier 37° en dat is veel te warm voor ons.
Geschreven door Clements.reisdagboek