Op weg naar Nice volgen we de prachtige slingerende wegen in dit gebied. Eerst een bergweg, een pas van naar schatting boven de twee duizend meter waar we bij een zeer frisse wind in de zon met uitzicht op vele besneeuwde bergtoppen rondom ontbijten. Bij het plaatsje Beuil slaan we naar het zuiden rechtsaf al weer de volgende kloof in, de Gorges du Cians, waar we op het laagste niveau langs het snelstromende riviertje rijden. Opnieuw een prachtige kloof, fotogeniek.
In Touët-sur-Var vinden we een plekje in het dorp met zicht op de Var. We wandelen uiteraard naar het hoogste punt van dit bergdorpje via de Rue de Chateau, naar de plek waar ooit mischien een chateau was.
Onderweg raken we in ons beste Frans met een vriendelijke oude heer aan de praat, die enthousiast vertelt over al zijn planten en bloemen als wij hem over zijn piepkleine tuintje een compliment maken. Dan is ons magere Frans toch altijd nog stukken beter dan ons Spaans.
Als we op de terugweg per ongeluk weer langs zijn huisje lopen, worden we enthousiast begroet als oude vrienden en worden we eindelijk voorgesteld aan zijn vrouw, die inmiddels ook op een houten rechte stoel in het zonnetje in het tuintje is gaan zitten. Als we desgevraagd bevestigen dat we hééélemaal naar boven zijn gewandeld, worden we ook nog eens uitgebreid gecomplimenteerd.
Na de wandeling door het charmante historische centrum vinden we een nog mooier plekje die niet op P4N staat, bij het uitgestorven treinstationnetje van dit plaatsje. Daar koken we ons potje en tellen we welgeteld 3 treinen totdat we voldaan ons bed in stappen.
Geschreven door BartKhorsandoppad