Vanochtend was onze laatste ochtend in het hotel met het prachtige zwembad, de fijne bediening en de merkwaardige gasten. Mr. And Mrs. Mason and son en dan vooral Mr vond het een goed idee om omstreeks 07:00 een vuistensalvo op de muur te geven. Als afscheid. Verder niet erg, wij gingen ook weg en waren ook al wakker. Het bed piepte weer.
We hadden bedacht, ik vooral, om naar Syracuse te gaan om van daaruit naar ons volgende adres door te reizen. Villa Bosco in Favara. Daar zitten we nu, heerlijk rustig in het buitengebied. Na omzwervingen, dat dan weer wel.
In Syracuse waren we vlotjes via de tolweg. Voor één euro tien in een strakke lijn van A naar B. Druk dat het daar was, druk! In een middagje ben ik ontmaagd in de Italiaanse rijstijl. Ytje vindt dat maar niks en eerlijk gezegd heb ik het voordeel van het Italiaans rijgedrag ook nog niet ontdekt maar man, wat kan ik met een klein pikkie rijden. Gewoon voorang nemen, neus ertussen en gassen. En geen krasje opgelopen.
Ja en toen zaten we daar. Geen parkeerplek te vinden. Nog maar een rondje met het geslachtsdeel als richtinggevend orgaan. Na een uur besloten we om gewoon de stad uit te rijden. We hadden immers al heel veel gezien, elke steeg van de oude stad op het schiereiland. City race! Ik vooral had bedacht om naar Syracuse te gaan.
De rit naar Favara ging voorspoedig. We hebben getankt aan de snelweg, een broodje gekocht en een échte non in een Fiat 500 zien scheuren. Highway to Heaven!
En toen: Favara! We moesten naar de Contrada Piopplo. En pas nu ik het opschrijf, begrijp ik het. Contrada, contreien... Dat is dus gewoon een gebied ter grootte van Sint-Michielsgestel of meer waar de straten geen naam hebben en de coördinaten voor GPS niet kloppen. Waar het internet niet werkt en de telefoon is uitgevallen. Dáár moesten we zijn, maar wáár? Het schijnt ook een soort gemeentehuis te hebben. Na een uur godverren (ik mag dat, ik ben ketter) wist iemand het. De man was zo aardig om voor ons uit te rijden. Uitleggen lukte namelijk niet. De laatste 300 meter moesten via een weg die geen naam mocht hebben en die had die dan ook niet.
De baas is een aardige vent die uitsluitend Italiaans spreekt en zijn vrouw heeft de broek aan en spreekt uitsluitend Italiaans. Heerlijk rustig hier! Jammer dat er geen internet is en o ja, het zwembad is er ook niet. Na enig aandringen kregen we de afstandbediening van de airco want, zo zei de aardige baas, een open raam werkt veel beter. We kregen een heerlijke Limone Granita van de vrouw. Heerlijk ijs met veel suiker maar hé, mijn diabetes heeft vakantie.
Where the streets have no name...
Bedtijd. Ik draai de deur op slot en sta met een halve sleutel in mijn handen... zelfs het metaal lijdt aan armoede.
Geschreven door YtjeBart