Vanmorgen vroeg de wekker gezet om voor de drukte de Borobudur te bezoeken. Het hotel ligt op nog geen 100 m van de ingang dus een korte Wandeling bracht ons bij het ticket Office. Gepersonaliseerde tickets ( foto) voor een gecombineerde toegang Borobudur en Prambanan tempels. Een groot terrein rondom het tempelcomplex is ingericht als ruim park, duidelijk geschikt voor massa s bezoekers. We zijn vroeg, dus het is nu rustig. Het imposante bouwwerk bereik je door een brede trap heuvel op. De Boeddhistische tempel zelf mag niet meer belopen worden in verband met de slijtage die de vele bezoekers veroorzaakten. Niettemin is het 130 meter brede en diepe, en 35 m hoge bouwwerk dat dateert uit 780 n C imposant. De getrapte bouw verbeeldt de stappen die een boeddhist moet doorlopen om de staat van Nirwana te bereiken. De reliëfs rondom verbeelden menselijke acties, goed en kwaad, en hun consequenties, en ook het leven van Boeddha. De tempel werd begin 19e eeuw door Cornelius in opdracht van de destijds Engelse gouverneur Raffles uitgegraven uit de overwoekerende Jungle. Een eerste restauratie door van Erp begin 20e eeuw en een tweede 1973-1983 door Unesco hebben het intact gehouden.
Na het bezoek aan Borobudur was er ontbijt in het hotel. Onze chauffeur bracht ons daarna naar een iets verderop gelegen dorp voor een rit per paardenkoetsje. Met twee koetsjes en te voet 🦶 werden we rondgeleid door het dorp. De gids, Boeddi, leidde ons langs de huizen en stallen van het dorp. We zagen hoe Tempeh werd gemaakt en’chips’ van Cassave. Met de koetsjes reden we ook door de voormalige rijstvelden, die op deze plaats vanwege watergebrek (voor rijst) beplant zijn met 🌶 peper, mandarijn 🍊, papaya, 🥜 pinda. Bovendien vertelde hij van veel planten welke toepassing ze vonden (bamboe, teakhout, kruiden, etc ). Na een kopje thee met lokale lekkernijen namen we afscheid van de koetsjes, en hun, van lombok afkomstige, paardjes.
Cepi reed ons daarna nog naar de mentu tempel. Hierna ging de reis naar Yogyakarta, gedeeltelijk via de directe route, gedeeltelijk door de dorpen. Onderweg met name veel Salak palmen, van de Salakvrucht die we in Bogor voor het eerst proefden.
Na opnieuw een enerverende rit door druk stadsverkeer arriveerden we in boutique hotel gatu. We kregen daar twee connected appartements in de huisjes rondom een mooie binnentuin met zwembad. Voor het avond diner moesten we er wel weer even uit, de drukke stad in. Een leuke Indonesische plek vonden we in restaurant Ulu, waarvan de uitbaatster ons wist te vertellen dat ze zelf een jaar in Utrecht had gewoond. Ze leek hier wel beter op haar plek, gezien de sfeer en schwung waarmee het bamboe restaurant werd gerund. Na een laatste pisang goreng en een laatste Bintang was het tijd voor bed.
Geschreven door Jossr.op.pad