Almería en Benidorm

Spanje, l'Alfàs del Pi

Op zondag 2 juni vertrekken we uit Torre del Mar en komen al om 12 uur aan op de camping die we hebben uitgezocht als volgende staanplaats: Cabo de Gata. Deze camping ligt in een natuurgebied bij een kaap, zoals de naam al zegt. Op onze laatste dag hier komen we ook op het uiterste puntje van de kaap - zie verder.
Wat een verademing : een hele ruime, lichte camping met genoeg bomen en schoon, fijn grind om op te staan.
Ik sta het liefst op gras, maar dat is hier echt niet mogelijk, en dan is dit een goed alternatief.
Bovendien is het bijna leeg en hebben we vrije keus om een plek uit te zoeken, we letten dan altijd op genoeg schaduw want dat is hier echt wel belangrijk.
Enige nadeel merken we, als we even buiten zitten: het stikt hier van de vliegen
We staan hier helemaal tussen de kassen, die we onderweg ook volop gezien hebben, niet van glas zoals bij ons maar met plastic en dun doek, hele valleien zijn ermee volgebouwd. Daar zitten o.a. tomaten in maar waarschijnlijk ook allerlei andere groenten.
Omdat dit niet direct een toeristische plek is - geen typische badplaats, is het heel rustig, niettemin is er op tien minuten rijden een groot strand, waar door de week bijna niemand is.
Even terzijde: over het algemeen vinden we, dat veel dingen uitstekend geregeld zijn hier.
Oversteken in de stad bv is een genoegen: je hoeft niet voor je leven te rennen, zoals vaak in Nederland, nee, als jij nog op de stoep staat na te denken of je wel wilt gaan oversteken, stoppen ze al voor je, oversteekplaats of niet.
Alleen bij een rood voetgangerslicht rijden ze wel door.
Op de campings is het sanitair ook dik in orde, netjes, het wc papier ( dat je hier niet in de wc mag gooien maar in een papierbak ernaast ; de wc’s raken anders verstopt) is vrijwel altijd aanwezig en er is zeep om je handen te wassen.

Goed, na dit alles zoeken wij de zee op, terwijl de Spanjaarden juist terugkomen van een dagje strand, het is immers zondag.
De zee is zalig, gek genoeg is dit pas de eerste keer dat we in zee zwemmen, meestal zijn we zó bezig met van alles dat het er niet van komt...
De volgende dag nemen we een rustdag, zie het vorige verslag.
4 juni, mijn verjaardag! Dit is geloof ik de eerste keer in mijn leven dat ik niet thuis ben op mijn verjaardag..
Ik krijg veel appjes en mailtjes, leuk!
Vandaag gaan we naar Almería, dat hier niet ver vandaan ligt. We starten met koffie, zoals gewoonlijk, dit keer met gebak erbij vanwege de feestelijke dag! Het is nl ook onze trouwdag ( zoals de meesten van jullie wel weten).
Almería is Een wat kleinere plaats dan Malaga, lekker overzichtelijk.
Het bezit ook een Alcazaba, haast nog indrukwekkender dan die van Malaga, met een enorme muur eraan vast.
Natuurlijk bekijken we ook de kathedraal, die niet zo groot is maar toch ook weer veel moois te zien biedt. Het marmer is op sommige plekken verguld, wat we nog niet eerder gezien hebben.
De orgels hier zijn vaak met z’n tweeën tegenover elkaar en hebben naar voren gerichte trompetregisters, waar volgens kenners een enorm hard geluid uit komt.
Op de overdekte markt zijn ze al aan het opruimen, maar Rob wil hier graag vis eten. We zien een tentje waar ze dat doen, maar dat gaat zo: je moet eerst alf je vis gaan kopen op de markt, daarna geef je het aan hun af en maken zij het voor je klaar. Rob gaat dus “ op jacht” en komt terug met wat sardientjes en een bacalao, of kabeljauw.
Even later ligt het op ons bord, lekker hoor! En verser dan vers, want het meeste komt hier zo uit de zee.
We eten trouwens heel veel vis: garnalen, gamba’s, inktvis ( alleen Rob, ik houd er niet zo van), kabeljauw en andere witvis zoals zwaardvis, sardines en mosselen. In de supermarkten liggen ze ook volop uitgestald, een mooi gezicht, net als in Frankrijk.
En de meeste mensen kopen gewoon een hele vis, dat is in Nederland toch een uitzondering. Schelpdieren in allerlei maten worden hier ook veel,gegeten.

De volgende dag wordt weer een bijzondere ervaring! Rob heeft gelezen dat er boven Almería een woestijngebied ligt waar in de jaren 60 en 70 veel western zijn opgenomen door filmmakers uit Hollywood, omdat het hier veel goedkoper was. Als figuranten namen ze vaak de plaatselijke bewoners. The good, the bad and the Ugly, om er maar één te noemen.
We rijden erheen en het landschap verandert inderdaad in het kale, gortdroge landschap met diepe ravijnen, zoals we dat kennen uit de westernfilms.

Maar eerst hebben we nog een cultureel hoogstaander programmapunt: er zijn hier ook overblijfselen van een nederzetting uit de kopertijd, zo’n drieduizend jaar voor Christus. Het heet Los Millares en ligt hier in the middle of nowhere.
Op weg hiernaartoe hadden we weer zo’n leuke ontmoeting: we dronken koffie in een heel klein dorpje in een heel klein cafeetje en daar had Rob een “gesprek” met een man die graag wilde vertellen over de twee attracties waar wij naartoe wilden. Hij vertelde wel vier keer hoe we moesten rijden, en dat hij ook als figurant had meegewerkt aan films.
O.a. door zijn aanwijzingen vinden we het al gauw.
De dame in het informatiecentrum vertelt ons dat we ófwel een wandeling naar de echte resten kunnen maken, van 1 1/4 uur, óf, dichterbij, een reconstructie kunnen bekijken. Gezien de hitte- het is hier rond de 30 graden - kiezen we voor het laatste.
Er is een reconstructie van een paar ronde hutten ( gemaakt met takken en leem) en van een aantal ronde graftombes, waar ze hun doden in begroeven. Deze mensen hadden dus al werktuigen en wapens van metaal. Heel interessant om te zien.

Dan naar little Hollywood, een soort openluchtmuseum in de vorm van een Wildweststadje met alle gebouwen die je daar verwacht: een saloon, waar ze de verplichte cancanshow opvoeren, de bank, de smid, allerlei winkels, een mijn, de spoorweg, zelfs de galg midden op het plein ontbreekt niet. Heel leuk gedaan allemaal. En een deel hiervan zou dus echt gebruikt zijn in films.
Het is nog steeds heet, en het erbij horende dierentuintje doen we snel, want ik wil nog wel graag even zwemmen.
We rijden naar een klein strandje en wagen ons in de nogal wilde zee. Er staat veel wind, dat is hier wel vaker..

De volgende dag gaan we weer terug naar Almería. Er zijn verschillende kleine musea: allereerst het kunstmuseum Doña Pakyta, in een mooie villa, helemaal belegd met marmer, elke ruimte een ander patroon. Er zijn schilderijen van schilders uit Almería uit de periode 1890-1970 .
Daarna hebben we nog tijd voor een ander museum: Rob doet het fotografiemuseum en ik een gitaarmuseum, gewijd aan Antonio de Torres. Hij heeft eigenlijk de moderne gitaar ontwikkeld en wordt wel vergeleken met Stradivarius.
Deze kleinere musea sluiten hier zelfs ‘s middags, zoals de meeste winkels in Zuid Spanje. Alleen in de grote toeristenplaatsen blijven deze attracties de hele dag open.
Almería is een leuke plaats, ik heb hier al wat gewinkeld, want o, wat een zaligheid, mijn schoenmaatje 36 is hier heel gangbaar dus is het leuk schoenen kopen! En ook kleren zijn hier veelal wat goedkoper dan bij ons.
Als we weer op de camping zijn is het alweer vrij laat, maar we gaan toch nog even naar het strand. Maar eigenlijk is het al te fris, ook door de stevige wind, dus na een half uur gaan we weer.
We hebben nu de kans om de eigenlijke kaap op te zoeken, die een klein stukje verderop ligt. Er staat een vuurtoren en het uitzicht is de moeite waard.

En dan trekken we weer verder: we voelen ons echte nomaden!
In de buurt van Benidorm ligt Altea, waar een buurman, die Rob kent van het golfen, ‘ s winters altijd een paar maanden op een camping staat. Wij gaan naar de camping die hij ons heeft aangeraden en die is inderdaad heel mooi.
Overigens waren hier nog maar twee plaatsen beschikbaar, al is het nu nog vrij leeg. Blijkbaar zijn er al veel plaatsen gereserveerd én betaald. Maar we krijgen een prachtige plek pal naast het zwembad, dat heel groen is aangelegd en dus ook dagelijks gesproeid wordt. Ook hier schoon grind , ruime plaatsen en het sanitair slaat alles wat we tot nu toe gezien hebben.
Nieuw, prachtig betegelde smetteloos schoon en er liggen zelfs handdoekjes om je handen te wassen!
Op maandag kun je je bloeddruk laten meten, dan weet je wel wat voor camping dit is...
Maar het is nu rustig, met nogal wat Nederlanders.
Op loopafstand alle winkels, restaurants uit werkelijk alle windstreken: Spaans, Italiaans, Engelse en Ierse pubs, Thais, Indiaas, Japans, zelfs Boheems! Het schijnt dat hier ook veel Noren zitten, die niet tegen de lange donkere winter kunnen. Later aan het strand horen en zien we ze inderdaad.

Na het opzetten van de caravan duiken we even het zwembad in.
We hebben de luifel hier nog niet nodig gehad, omdat we meestal ruim schaduw hebben van de bomen.
Een medewerker ( of de eigenaar) van het kamp komt ons vertellen dat we de caravan niet dwars mogen neerzetten, maar langs een van de zijkanten van ons perceel. Veiligheidsvoorschriften van de gemeente...Dat had de man die ons inschreef verzuimd te vertellen! Lekker hoor!
Na het eten verplaatsen we de caravan braaf in de goede richting.
We drinken nog even koffie in het dorp, dat behoorlijk toeristisch is. Op een evenemententerrein is een enorme herrie: er blijkt prijsuitreiking te zijn van een voetbaltoernooi voor de jeugd. De kinderen zijn nog op, het is tegen 11 uur is avonds...
Het leven heeft hier een ander ritme! Maar gelukkig horen we op de camping niets van het lawaai, hij ligt net ver genoeg er vandaan.

De volgende dag verkennen we het dorp. Boodschapppen gedaan en daarna met de auto naar het strand. Er is een mooie boulevard, een lekker plekje voor onze cappuccino.
Het strand bestaat uit fijne kiezel, maar het waait vandaag erg hard dus zwemmen laten we maar zitten.
Na de lunch wil Rob graag toch even naar Benidorm om te kijken hoe het daar is.
Nou, zó dus: een aaneenschakeling van cafés, vaak met harde muziek (want dat is gezellig..), restaurants, winkels met de bekende badspullen, disco’s, hotels, enorme flats met appartementen. Op het strand en de boulevard veel onsmakelijk bloot, alom dikke buiken, scootmobiels, solo en duo, segways, veel oude mensen maar ook groepen jongeren, veelal Engelsen, maar...het mooiste strand tot nu toe, eerlijk is eerlijk. Fijn, geel zand.
We horen Engels, Nederlands, Duits, Scandinavische talen.
Drankje en dan gauw weer wegwezen. Ik heb het gezien.
We eten in ons eigen dorp om de hoek, weer met aardige bediening en lekkere vis.

Robs kennis heeft ons een wandeling aangeraden naar de vuurtoren, die doen we de volgende dag. Ook hier is weer een natuurpark, en daar hebben ze een goed begaanbaar pad gemaakt naar de vuurtoren, dat druk gebruikt wordt op deze zondag. Het is een mooie wandeling, niet zwaar en met weer een prachtig uitzicht onderweg en op de top. Het ligt in een natuurpark en we zien veel bijzondere bloemen. Ook zijn er resten van een rode okermijn. Opvallend veel mensen gebruiken dit pad om te joggen, flink door te stappen, kortom: te recreëren.
De rest van de dag luieren we. Het is niet te geloven hoeveel we slapen, we maken nachten van 8,9 uur en slapen dan overdag ook met gemak nog een uur of langer!
Het was vandaag helemaal bewolkt- dat hebben we nog niet eerder meegemaakt, en ook wat drukkend.

Geschreven door

Al 1 reacties bij dit reisverslag

Ik blijf het zeggen: prachtig! En dan zeg ik nog maar 'Welterusten'!

Maureen 2019-06-16 21:24:40
 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.