16 mei trekken we verder in de richting van Sevilla.
We vinden een camping nabij Sevilla in het gebied van het Nationaal Park van Doñana.
De camping is vooral bestemd voor vaste staanplaatsen, en meestal vinden we dat maar matig, maar hier is het voordeel dat het er door de week héél erg rustig is.
Je staat er onder prachtige hoge naaldbomen, niet in rijtjes en behalve de volgens hoor je alleen maar stilte. Heerlijk!
Heel bijzonder: we zien hier de hop, een heel mooi vogeltje met een kuifje, zeer zeldzaam in Nederland. We hebben ze daar dan ook nooit gezien maar hier hippen ze gewoon rond! Rob, met zijn scherpe ogen, ziet ze het eerst. Ze roepen hun naam: “ hoepoepoe.. heel grappig.
s Nachts hoor ik ook een vogel zingen, en hoewel het niet klinkt als de Nederlandse nachtegaal die ewe in Staphorst een keer gehoord hebben, moet het toch een nachtegaal zijn, want welke andere vogel zingt er s nachts?
Navraag in een natuurcentrum leert me dat het waarschijnlijk een ander soort nachtegaal is, die hier voorkomt.
De dag na de reis hebben we allebei nog geen zin in en stadsbezoek en nemen een rustdag.
Dat houdt in dat Rob gaat golfen tot en uur of 1,2 en ik doe dan boodschappen of maak een wandelingetje, als dat kan, of doe het huishouden ( snel klaar met een caravan..)😉
‘s Middags lezen we, zitten te appen of foto’s te bekijken, doen een dutje, enfin, eigenlijk die dingen die horen bij vakantie houden...
18 en 19 mei bezoeken we Sevilla. We waren hier een keer heel kort met een fly-drive door Andalusië, maar we waren alweer vergeten wat een prachtige stad het is, bovendien zien we er nu ook veel meer van.
De beroemde kathedraal “La Giralda”, genoemd naar de bijzondere klokketoren, is veel minder toegankelijk dan die in Burgos of Plasencia bijvoorbeeld, toen wij er waren was hij zeer beperkt open en toegankelijk. We zien eigenlijk alleen de buitenzijde, daar moeten we het mee doen.
Maar er is nog zoveel moois dat we het niet erg vinden. Er is ook nog het Museum met veel Spaanse kunst, en de arena ( oogverblindend geel zand, perfect aangeharkt) waar we een audioguide rondleiding nemen.
We worden ook nog slachtoffer van de truc die we in Buenos Aires meemaakten: je wordt op een onbewaakt moment bevuild ( dit keer was het een soort broodpap, makkie) en meteen staat er iemand naast je die “ toevallig” water en tissues bij de hand heeft. Als ze je gedienstig willen helpen je schoon te maken proberen ze je portemonnee te rollen. Maar we zijn op onze hoede en dan druipt de helper af.
De tweede dag nemen we relaxt de rode dubbeldekkerbus, de bekende “hop on- hop off” bussen die je in veel steden ziet.
Nu maken we een wandeling in het Maria Luisa park, waar de bougainville uitbundig bloeit in drie kleuren: rood, roze en beige. Op het Plaza de España is een soort militaire parade aan de gang, heel veel mensen en bobo’s met ridderordes op de borst.
Sevilla heeft nog veel gebouwen van de Wereldtentoonstelling in 1992, die op een aantal plaatsen in de stad te zien zijn. Met de bus rijden we erlangs, o.a. een kopie van de Arianeraket, en gebouwen die nu gebruikt worden voor technische en wetenschappelijk onderzoek.
We eten heel leuk op een terras bij de Guadalquivir, tussen de Spanjaarden, en ik neem als toetje de specialiteit van deze streek “ tocino de cielo” oftewel hemels spek...🤪😉.
Ook de wijk Triana is leuk, gezellig en rommelig. Veel keramiekwinkels zijn hier. Het is de vroegere zigeunerwijk.
We boffen met het weer: het is nu aangenaam warm, zo’n 24 graden, met een fris windje. In de zomer wordt het hier makkelijk 40 graden!
De mooie huizen die we zien doen ons ook vaak aan Buenos Aires denken.
22 mei is weer een “ rustdag” , Rob wil nog wel een keer golfen en ik maak een wandeling die eigenlijk wat tegenvalt. Maar ik zie wel weer de hop bij de camping, en de volgende morgen vroeg horen we hem ook! Heel bijzonder want in Nederland komt hij bijna niet meer voor.
23 mei trekken we verder naar Tarifa, het uiterste zuiden van Spanje. Een korte reis, maar 200 km, zodat we moori vroeg aankomen en een goede plek kunnen uitzoeken: veel schaduw en een beetje zon, toiletgebouw tegenover ons, water achter de caravan. Ideaal!
Na het opzetten van de caravan en de lunch lopen we even naar het strand en daar zien we tientallen kitesurfers over het turquoisekleurige water scheren ( sommige erin hangen..). Wat een fantastisch kleurrijk gezicht!
Er is hier altijd veel wind, vandaar dat dit het mekka is van de kitesurfers.
Van hieruit willen we uitstapjes maken naar Cádiz, Gibraltrar en wie weet een kort tripje naar Tanger, aan de overkant.
Tot het volgende verslag!
Geschreven door Vakantierobenjeannette