We worden wakker met een stralende zon die al volop op de tent schijnt. Ontbijt aan een overdekte en dus beschaduwde picknicktafel met vers bestelde broodjes. Rustig aan want het is geen lange etappe. Om 9.30 uur op de fiets.
De eerste stop is in Sankt Vith. Een troosteloos stadje want volledig verwoest in de oorlog en saai en zakelijk weer opgebouwd. Er is echter een fietsenmaker waar we eem pomp en een nieuwe binnenband kopen. In de hoop deze niet nodig te hebben, maar zónder verder gaan is natuurlijk de goden verzoeken.
Na een koffie aan een Blokkerstraat met auto’s (die kom je als je op de Vennbahn blijft niet tegen) via een vreemdsoortig supermarktje waar temidden van jurkjes en onderbroeken heerlijke fruit en groente te koop is en ook de beroemde hesp (Ardenner rauwe ham) uit Montenau, gauw de weg terug omhoog naar de Vennbahn.
Op het opstappunt ligt het voormalige station van Sankt Vith met informatie over de geschiedenis van de Vennbahn.
In 1888 is de Vennbahn van Aken naar Gerolstein in gebruik genomen als vervolg op de ambitie van Bismarck om ook de grensregio’s van een spoornet te voorzien. De trein reed 30 km per uur en deed 4 uur over de afstand van 91 km tussen Aken en Sankt Vith. Er reden twee passagierstreinen per dag om zakenlieden, beambten of militairen te vervoeren. Toen in 1889er een verbinding kwam via Trois Vierges en Ettelbruck naar Luxembourg reden er 40 goederentreinen per dag voornamenlijk om kolen en ijzererts te vervoeren. Tussen 1900 en 1914 was het de gouden tijd van de Vennbahn. Na de eerste wereldoorlog werd er nog volop gereden maar vanaf 1930 liep de bedrijvigheid terug. In 1940 werd het gebied bij Nazi-Duitsland ingelijfd, maar tijdens het Ardennenoffensief werd de spoorlijn grotendeels vernield. In 1954 vertrok de laatste reguliere passagierstrein uit Sankt Vithen in de jaren ‘80 reed het laatste toeristentreintje. Nu is het tracé een druk befietste route voor toeristen die het échte trapwerk in de Ardennen iets te veel van het goede vinden.
Het is warm maar vandaag veel lichte afdalingen dus het gaat lekker. In Burg Reuland even van het rechte pad af en wat gedronken. Het kost enige moeite om een beschaduwde plek te vinden voor onze picknick, maar uiteindelijk smaakt een broodje met Montenauer hesp prima.
Dan verder in de middaghitte. Af en toe een stevige klim en dan is het even afzien! Prachtige vergezichten over glooiende heuvels met gras en graan wisselen schaduwrijke bossen af. Wat het wel even lastiger maakt is dat er nu en dan een flink stuk onverhard is en soms is het wel heel oneffen en hobbelig.
Op enig moment moeten we zelfs even afstappen en lopend een bruggetje oversteken, waar we stuiten op het gedenkteken “ les Passeurs”: hier werden in de tweede wereldoorlog mensen de grens over geholpen. De jonge man die zovelen heeft gered werd zelf omgebracht door de Duitsers in ‘45.
Nu herinnert weinig in het lieflijke landschap aan de verschrikkingen die deze streek in de oorlog heeft doorstaan. Alleen de nieuw opgebouwde stadje en dorpen maken duidelijk dat het verleden met de grond gelijk is gemaakt.
In Trois Vierges een grote camping met bruisend zwembad met superglijbaan met bijbehorend gejoel. Af en toe komt een moderne trein vlak langs het terrein. Op het trekkersveld slaan we het tentje op en al gauw voegen enkele fietsers zich bij ons. Lekker vakantieprutje, aangevuld met wat bolognesesaus en wat geklets met de buurjongens waarvan er één ook een Vittoriofiets heeft.
Een warme zomeravond, het koelt pas wat af nu het donker wordt.
Geschreven door TAP.op.de.fiets