Dag 13, 2 mei. Putbus - Binz, 30 km.
De route:
Putbus - Vilmnitz - Burtevitz - Seedorf - Moritzdorf - Altensien - Sellin - Jagdschloss Granitz - Binz.
We waren gewaarschuwd dat we met een bootje en buitenboord motor overgezet konden worden, maar dat leek ons geen goed plan en hebben de omweg genomen. We kregen het advies om niet de korte weg door het bos naar Binz te nemen, maar de omweg via het kasteel dat hebben we gedaan, nog steeds stevig klimmen en helaas de wegen en paden zij. Hier anders, gaten kuilen, zand, betonplaten. Niet altijd even gemakkelijk. De route werd wel weer duidelijk aangegeven. In de betonplaten zitten nog de gaten en bij de meeste ook nog de metalen haken waarmee ze opgetild en neergelegd zij, vast al heel oud.
Het weer:
Het was minder mooi dan gisteren, gelukkig licht zonnetje en bewolking om een uur of één begon het hard te waaien, de bewolking werd dikker en het dreigde e gaan regenen. Toen we om een uur of 2 boven op de toren stonden spetterde het ook wat, maar toen we beneden waren scheen de zon weer. We mogen niet klagen over het weer, temperatuur uit de wind tegen de 20 graden.
De technische gegevens:
De fiets reed prima, de ketting moet weer gespannen worden en gesmeerd worden, want door het klimmen wordt er meer druk uitgeoefend dan normaal en de zandpaden geven veel stof. De tas waarvan de binder afgebroken was kunne repareren en straks helemaal met een extra boutje moet het weer zonder hulpmiddelen kunnen.
Het verslag:
Het kasteel
Daar moet je naar toe. Dat is echt de moeite waard om te gaan bekijken. En dat was het ook. Van buiten niet, maar van binnen wel. De rijkdom spatte er vanaf. Natuurlijk een stukje geschiedenis. Altijd wel interessant. Echter die prachtige hal met al die geweien en dan die trappen helemaal tot boven op de toren. Geweldig. De kaartjesverkoper vroeg ons of er een van ons behindert was. Wij keken elkaar aan. Hier naar toe gefietst en zelfs nog moeten lopen omdat de weg zo slecht was en dan voor twee euro minder zeggen dat je behindert bent. Nee, dat doen we niet. We moesten beslist die 154 trappen naar boven doen voor dat magnifique uitzicht. Beneden en boven zat er iemand om in de gaten te houden hoeveel mensen de trap op of af gingen. Je hoefde dus geen tegenliggers te verwachten. Het was ook mooi. En die trap? Die was van gietijzer met allemaal prachtige figuren erin gemaakt. Zou je met modderschoenen naar boven lopen dan zou je iedere stap even een beetje je schoenzolen kunnen schuren. Fijn voor de mensen onder je. Of zouden de suppoosten dat in de gaten houden? De dikke tapijten zagen er nog schoon uit.
Genoeg mensen die hier op bezoek gaan. Evenals in Sellin waar van die mooie huizen staan en ook iedereen naar de kust gaat. Heel opvallend is dan dat je in de volgende plaats mensen ziet die je al eerder hebt gezien. Die doen ook aan strandplaatsjes hoppen, maar zo te zien met de auto. Die mensen rijden niet over die stille weggetjes en door die stille bossen waar je de vogels hoort zingen. Dat zijn voor ons de mooiste momenten.
Vandaag deden we niet zoveel km en namen de tijd. In Binz konden we een appartement nemen in de plaats van een kamer met een gedeelde badkamer. Niet zo prettig als je s nachts je bed uit moet. Ietsje meer betalen, maar een keukentje. Goed, dan koken we zelf wat en gaan niet uit eten. Winkels zat hier.
Even naar het strand. Dat moesten we ook gezien hebben en zeker die pier. Ahum. Weten jullie dat zeker? Het stikte er van de mensen. Die pier zijn we niet opgegaan. We snappen wel waarom ze hier naar toe gaan. Het zand is er mooier en fijner.
Wel de boulevard met ook weer al die prachtige huizen en de vele mensen. Dat is zo’n grote tegenstelling met in de natuur over een stil landweggetje fietsen.
Morgen hopen we de echte krijtrotsen te zien. En terwijl ik mijn verhaal schrijf is Hans weer naar het strand gegaan, want de zon schijnt weer en gaat zo onder.
Geschreven door Hans-en-alies.avonturen