Dag 10, 29 april. Börgerende - Rostock. 34 km.
De route:
Het eerste deel tot Warnemünde prima, goed gemarkeerd en rustige wegen, soms een minder pad, maar goed te doen. Vanaf Warnemünde werd de route niet meer gemarkeerd en reden we langs een snelweg, niet fijn, morgen als we terug gaan maar anders doen.
Het weer:
Toen we weg reden was het koud, opeens terug naar 14 graden met een frissen harde wind vanuit zee, gelukkig hadden we hem mee. De hele weg met windjack aan. In de stad ook de gewone jas er over. Om een uur of twaalf kwam de zon er door en werd het aangenaam.
Technische gegevens:
We hadden wind mee en daarom in het begin in zijn 2, eco stand gereden, later bij de heuveltjes in z’n 3, ging gemakkelijk en toen we langs de snelweg gingen, die erg saai is ook maar in z’n 3 gezet.
34 km 20 km p/u, batterij half leeg. In stand drie halen we dus met deze batterij 40 km, goed om te weten, met de nadere 50. Dus met een harde tegenwind en heuvels komen we niet verder dan 90 met ondersteuning.
Het verslag:
Dagje Rostock
We zitten heerlijk te eten achter een raam met uitzicht op de Warnow. Een zeilbootje, een roeibootje en aan de overkant een kleine jachthaven met daarachter waarschijnlijk mooie huizen in een rustige buurt. Voordat ons eten op tafel komt, het is niet druk en er klinkt een rustig muziekje, moet ik eerst de foto’s van de dag bekijken voor ik aan mijn verhaal begin.
Het zonnetje was wel gekomen, maar laat. En er stond een koude wind. Die laatste is ook gebleven. Toch zie je mensen in t-shirt en korte broek lopen en anderen met nog dikke winterjas en muts.
Wij rijden nu in de voormalige DDR en het is niet te zien. De boerderijen waar we langs rijden zien er picobello uit. Veel nog met een rieten dak waar dan bliksemafleiders op gemaakt zijn. Waarschijnlijk hadden de rijke boeren de kans om pannendaken op hun boerderij te leggen.
De plaatsjes waar we door komen staan vol met prachtige vakantie appartementen.
De mist begint een beetje op te trekken en geeft Hans de kans om nog net op tijd zo’n mistig beeld vast te leggen. Dan weten we straks weer hoe het was.
Koud.
Langs de kust, soms worden we een beetje omgeleid, rijden we door het bos met een hoog klif en paadjes naar de zee. Dus doorkijkjes genoeg. Ver kijken kunnen we niet. Ik kan mijn gedicht erbij pakken maar laat het even zo.
Ja en dan willen we naar Rostock. We moeten langs die weg. Jazeker, over een fietspad. Maar, voor de auto’s zijn er steeds op-en afritten. Dat was dus goed opletten, want er stonden geen borden en er waren geen stoplichten. Een rare ervaring.
In Rostock aangekomen, we hadden al geboekt, hebben we onze bagage en fiets kunnen stallen in het hotel. Rugzakje met broodje en fruit mee en de stad in.
Ongelooflijk om te zien hoe ze deze stad na de oorlog weer opgebouwd hebben. Zouden ze al die bouwtekeningen nog gehad hebben. Veel lijkt oorspronkelijk, terwijl duidelijk is dat er veel is verwoest.
De kerk moest bijzonder zijn, dus daar naartoe. Nu moesten we een kaartje kopen. Hadden we nog niet hoeven doen. Het was de moeite waard. Het vreemde doopvon hadden ze indertijd in een dorpskerk ondergebracht. En even dacht ik verdorie, maar ik had het mis. Het hoofdaltaar werd gerestaureerd en konden we niet zien en daar zou ook het astronomische uurwerk te zien zijn. Grote kerk. Het was er gewoon achter. En het was mooi. En dan ook nog te bedenken dat zoiets elke dag met de hand opgewonden moet worden. Hij deed het echt. Kijk maar naar de datum en het tikken was ook duidelijk te horen.
Kuieren door zo’n stad en de bordjes bij de huizen en bijzondere gebouwen lezen. Even ergens een winkelgalerij binnenlopen en dan heb je het wel gezien. Teruglopen via de haven naar het hotel. In de haven lag een ijsbreker, die door vrijwilligers onderhouden wordt. Vandaag konden we er niet op, morgen wel, maar dan zijn we al weer verder. In het hotel de tassen naar de kamer gebracht en eens kijken waar we gaan eten. Dat was goed gekozen. Verslag maken en naar bed. Wat het morgen wordt gaan we wel zien.
Geschreven door Hans-en-alies.avonturen