Na ons ontbijt op ons kasteelterrein trekken we weer verder naar Berat, unesco-werelderfgoed. Aan de oevers van de Osum-rivier, tussen de bergen Tomor en Shpirag ligt dit geliefde stadje voor schilders. Spijtig genoeg was het wat te heet om naar het hogergelegen kasteel te stappen. 40 gr leek ons iets te warm. Even kuieren in de smalle straatjes met trappen, was al een zware opdracht. Na de nodige drank weer de auto in. Lang leve de airco! De rit naar Corovodë was prachtig. Om je een idee te geven: 50 km en anderhalf uur onderweg. Kronkelen dus...maar oh zo mooi. In ons hotel konden we eerst wat op adem komen, en iets drinken. Natuurlijk! Met de auto naar Osumi Canyon om op verschillend punten te genieten van deze kloof. Supermooi...en geen volk! Zalig.
De canyon is 13 km lang, tot 80 m diep en 35 m breed. Wij deden maar een stukje en hopen morgen een wandeling in de kloof te doen.
Na een verfrissende douche op zoek naar eten. Echt honger heb je wel niet bij deze temperaturen. We volgden de suggestie van de garcon en waagden ons aan een lakror (bladerdeeg met een vulling en tomatensaus) om te delen en teskebap met brood (soort soep/goulash). Neem daarbij een Albanees biertje en we konden er weer tegen. We kregen er nig gratis een dessertje watermeloen bij. En dat alles voor 13 euro. Nu nog even genieten van een zwoele zomeravond 25 gr, en een gin. Zat voor 2,5 euro??
Geschreven door Gerds.reisverhalen