Vanochtend na het ontbijt zijn wij op ons gemak vertrokken naar Joal en Fadiouth.
Fadiouth is een geheel van drie schelpeneilanden, 114 kilometer ten zuiden van Dakar in Senegal.
Bij aankomst in Joal (vaste land) kopen we een kaartje voor de boot en regelen we een Engelstalige gids.
De boomstamboot brengt ons eerst naar het eiland met de graanschuren, deze werden vroeger gebruikt als opslagruimte voor de gewassen.
Dit om de gewassen te beschermen tegen ongedierte zoals ratten en muizen maar ook tegen de brand als het eiland Fadiouth verovert zou worden en in de fik gestoken zou worden.
Nu worden deze niet meer gebruikt maar ze proberen de schuren intact te houden met het geld wat door de toeristen in het laatje komt.
Zodra we uit de boot stappen schieten de krabben weg, je moet echt uitkijken waar je loopt want voordat je het weet sta je erop.
Dan varen we door naar het tweede eiland, dit is het kerkhof.
De meeste graven hebben geen stenen zoals je bij graven gewend bent maar hier is de steen vervangen door een grote berg met schelpen.
Het kerkhof eiland bestaat uit een deel katholiek en uit een deel moslim, maar het grootste gedeelte is katholiek.
Dat is ook niet zo raar want 90% van het dorp is katholiek, in tegenstelling tot 5% katholieken voor het hele land Senegal.
Het is het op drie na dicht bevolkte eiland ter wereld en er wonen zo'n 6000 mensen.
Het eiland Fadiouth is verbonden door een 800 meter lange houten voetgangersbrug met het dorp Joal (vaste land) en een tweede gelijke brug naar het kerkhof.
Ze werden gevormd door het eeuwenoude afval van schelpen die van de schelpdierenvangst afkomstig zijn.
De grond is hierdoor wit, en in fel zonlicht verblindend.
Ook de huisjes op het eiland zijn gemaakt van een mengsel met schelpen, dit is veel goedkoper als cement.
Het is geweldig om door de smalle straatjes en steegjes over het eiland te slenteren.
We lopen zelfs door de hoofdstraat van Fadiouth, door de inwoners ook wel de Champs Elysees genoemd.
Bij de brug naar het vaste land aangekomen zien we aan de kade de bootjes met de schelpen die gebruikt worden om de straatjes en de steegjes weer te voorzien van schelpen.
Ook lopen er ontzettend veel kinderen heen en weer met een schaal op hun hoofd met deze schelpen.
Dat verdiend een beloning, dus delen we ballonnen en snoepjes uit.
Bij aankomst in Joal gaan we samen met Bounama nog even een hapje eten.
Bij thuiskomt bast er een onweersbui los maar gelukkig dit duurt nooit zo lang.
Na 15 minuten is het weer schitterend weer en kunnen we weer heerlijk zwemmen en wat zonnen.
Jammer dat het geen reukblog is want Bounama is weer heerlijk voor ons aan het koken.
Nog een klein geschiedenislesje voor wie het weten wil:
Léopold Sédar Senghor (Joal, 9 oktober 1906 - Verson, 20 december 2001) was een Senegalees dichter, filosoof, schrijver en president.
Senghor behoorde tot de Serer-bevolkingsgroep. Hij werd geboren in het plaatsje Joal aan de Atlantische kust. Senghors ouders waren katholiek.
Hij bezocht de rooms-katholieke missieschool en bleef zijn hele leven lang rooms-katholiek.
Aanvankelijk wilde Senghor priester worden, maar hij zag daar later van af. Na het bezoeken van de hogeschool van Dakar won hij een studiebeurs voor de Universiteit van Parijs en studeerde aldaar letteren. In 1935 was hij de eerste Afrikaan die in Frankrijk afstudeerde als doctor. Na zijn afstuderen gaf hij les aan een middelbare school in Frankrijk. Toen in 1939 de Tweede Wereldoorlog uitbrak bevond Senghor zich nog altijd in Frankrijk. Tijdens de bezetting diende hij in het verzet. Hij werd opgepakt en zat twee jaar lang vast in een gevangenkamp.
Al vanaf zijn jongere jaren schreef Senghor diverse gedichten. In 1945 verscheen zijn eerste dichtbundel, Chants d'ombre en in 1948 zijn tweede, Hosties noires. In hetzelfde jaar verscheen zijn werk Anthologie de la nouvelle poésie nègre et malgache de langue française (Bloemlezing van Nieuwe Zwarte en Malagassische poëzie in de Franse taal). De inleiding van dit boek werd verzorgd door de Franse existentialistische filosoof Jean-Paul Sartre. Door dit boek brak Senghor door en werd hij gezien als dé authentieke stem van zwart Afrika in Frankrijk.
Van 1948 tot 1959 doceerde hij aan diverse scholen in Frankrijk en Senegal (Dakar).
In 1945 werd Senghor in de Constituante in Parijs gekozen. Senghor, was aanvankelijk lid van de SFIO, de Franse socialistische partij, maar liet zich in 1948 uitschrijven en richtte het Bloc Démocratique Sénégalais (BDS) op.
In 1955 werd hij staatssecretaris in het tweede kabinet-Edgar Faure. In 1956 keerde hij naar Senegal terug en werd lid van de Union de Progressif Senegalse. Mamadou Dia, een lid van de UPS, werd vicepresident van de regeringsraad (later premier) van autonoom Senegal. In 1960 tot voorzitter van de Union de Progressif de Senegalese (UPS) gekozen.
In 1959 ging Senegal een federatie aan met Mali. Op 20 juni 1960 werd de Mali Federatie onafhankelijk van Frankrijk. Op 20 augustus 1960 viel de Mali Federatie alweer uit elkaar en op 6 september 1960 werd Senghor president van Senegal.
In het begin van de jaren '60 brak een machtsstrijd uit tussen Senghor en premier Mamadou Dia die in januari 1957 samen de Parti de la convention africaine (PCA) hadden opgericht. Dia geloofde in een radicaal socialistisch beleid en minimale afhankelijkheid van Frankrijk. Senghor wilde de hechte (financiële) banden met Frankrijk juist handhaven om Senegal welvarend te maken. De machtsstrijd werd in het voordeel van Senghor beslist en Dia trad in 1962 af als premier.
In de jaren '70 ging het Senegal economisch gezien voor de wind, hoewel het land arm bleef. Onder Senghor bleef Senegal een democratie. De parlements- en presidentsverkiezingen werden keurig op tijd gehouden en de persvrijheid bleef gehandhaafd. Wel bleef Senegal een eenpartijstaat. In 1974 werd de naam van Union Progressif Senegalese veranderd in Parti Socialiste du Sénégal (PSS). In 1976 voerde Senghor het meerpartijenstelsel in. Naast de PSS - een centrumpartij gebaseerd op sociaaldemocratische beginselen -, mochten nog twee andere partij worden opgericht. Dit werden de Convention des Démocrates et Patriots (socialistisch) en de Parti Démocratique Sénégalais (liberaal).
Bij de eerste meerpartijenverkiezingen werd Senghor als president herkozen. In 1980 trad hij af ten gunste van zijn premier, Abdou Diouf.
Na zijn terugtreden als president werd Senghor in 1984 tot lid van de Académie Française benoemd.
Hij overleed op 95-jarige leeftijd in het Franse Verson.
Geschreven door Gerard-Liane.travels