Wederom genoten van het lekkere ontbijt. Hierna de tassen inpakken en de auto laden voor vertrek.
Als toetje gaan we bij Peperpot kanoën. De beste man van de kano's vraagt of we de mobiele telefoons in een beschermhoes hebben want deze kunnen wel nat worden. De kanotocht begint meteen met twee lage brugjes, waar we met flink bukken net onder passen. Vervolgens een heel smal stukje, waar de kano net doorheen past. Na deze "obstakels" komen we langs de woningen die zich achter hotel peperpot bevinden. Deze had ik niet verwacht, waren voor mij verstopt achter het hotel.
Al snel komen we in het park. Weer aapjes gezien. In de verte zie ik een grotere aap over het water springen. Eindelijk een andere apensoort gezien. Ik ben er van overtuigd dat er hard wordt gewerkt om deze kanoroute begaanbaar te houden, maar toch moeten we regelmatig zigzaggend om verder te komen. Hierdoor is het kanoën avontuurlijk maar ook vermoeiend. Op een gegeven moment in de planten beland, met doornen. Het gevolg is een scheur in mijn blouse, maar gelukkig geen snee.
Op de weg terug valt er een tropische regenbui op ons. Alles, maar dan ook alles wordt nat. Er is geen houden aan, dus het er aan toegeven gaat ook makkelijk. Kan er daardoor ook van genieten.
Na een omkleed/verdroog party nemen we afscheid van peperpot en vertrekken we naar Paramaribo naar het vertrouwde "Joah Inn". De zandweg van en naar peperpot is inmiddels wat glad gestreken met shovelachtige machine, waardoor het veel makkelijker gaat dan de heenreis. Weer over de machtige Bosjebrug. Naast mij zie ik het bordje 6% stijging. Als ik de rem loslaat gaat de auto niet vooruit maar zachtjes achteruit. Fijn dat er ook een gaspedaal is. Het valt mee met drukte op de weg. Redelijk soepel komen we aan..
Omdat het zaterdag is lijkt het ons een goed moment om naar de standjes te gaan langs de palmentuin. Een goede keuze, want het is er druk en gezellig. Mensenkomen er om te drinken en te eten maar ook om mensen te kijken en bekeken te worden. De meest mooie en lelijke kapsels zien we voorbij komen als we plaats nemen in een restaurant. Iemand probeert wat bij te verdienen door zichzelf als parkeerwachter te bestempelen, met wisselend succes. In het restaurant eet ik mijn eerste pindasoep van mijn leven. Best lekker. Op de terugweg over het " marktje" doet Patricia een dansje. Ze krijgt gelijk veel bekijks en mannelijke aanspraak. Wie danst sjanst lijkt hier het motto. Patricia stopt snel met dansen. Het was een feestje bij de Palmentuin.
Geschreven door VakantieAchenbachVeira