Di 24 mei Vandaag een rondleiding geregeld in de mijn van Blegny. We waren met z’n 12en. De gids was een mijnwerker 2e generatie. Zijn vader kwam met de trein uit Spanje aan in Eijsden in ‘56 en kreeg werk in de mijn. Hij had een Hollands liefje en al gauw kwam José de gids op de wereld. Hij trad in de voetsporen van z’n vader en werd ook mijnwerker. Op een dag was er een grote explosie in de mijn en twee van de negen mensen overleefden dat ongeluk waaronder onze gids. “Het allermooiste was de solidariteit onderling. Je hield je collega’s in de gaten en iedereen zorgde voor elkaar.”
We gingen 30 m naar beneden en liepen vervolgens tot 60 m diep de grond in. De zolderingen van de hoofdgangen waren bekleed met ijzeren staven. Er werd in lage ruimtes antraciet gedolven. Dat was de hoogste soort kolen. Het gruis werd geperst tot cokes eieren. In Limburg werd gewerkt in 45 cm hoogte. In Belgie was het een zegen om in 65 cm je werk te mogen doen. En regelmatig werd er een machine gestart- ik heb er nog hoofpijn van!
Ik was stomverbaasd om te horen dat ook vrouwen daar aan het werk waren. Alleen voor sorteer werk en het duwen van de karren. Vele mijnwerkers werden geveld door silicose de zgn stoflongen ziekte. Hun vrouwen kregen daarna een riant weduwepensioen. In België was dat zolang de vrouwen leefden.
Geschreven door Camperrondje