Op woensdagochtend 3 mei word ik vermoeid wakker na een kort nachtje in een hete dorm zonder airco. Tijd om eens een plan te gaan maken voor de komende dagen.
Een dagje in Thakhek
Ik check in bij een heel aardig meisje dat toevallig ook Anna heet. Ik bestel ontbijt en Anna wijst me op scooterverhuur en dat er vanavond een briefing is over de Thakhek loop.
Want dat is de grootste attractie hier: een motorbike loop van ongeveer 450 km door het platteland van Laos. Het is een van de populairste dingen om te doen in Laos.
Nu heb ik twee problemen: ik heb geen rijbewijs én ik heb op dit moment niemand om mee te rijden. Dat eerste is niet het einde van de wereld (ze vragen nooit naar je rijbewijs), maar iemand om de loop mee te doen is natuurlijk wel handig.
Gelukkig is Simon daar alwéér als redder in nood, want hij appt me opeens dat hij de loop eigenlijk ook wel zou willen doen en vandaag onderweg gaat naar Thakhek. Joepie! Dat betekent dus wel dat we morgen pas gaan starten en ik vandaag een rustig dagje kan hebben.
Na het ontbijt start ik een wandelingetje door het dorp. Het is duidelijk te zien dat het een startplaats is voor de populaire scootertocht: overal zijn guesthouses en motorverhuurders te vinden. Thakhek ligt daarnaast ook weer langs de Mekong, met tevens pittoreske uitzichten.
Verder is er niet veel te beleven, maar de rust is eigenlijk wel lekker. Ik loop nog langs een tempel en een gebouw wat op een tempel lijkt, maar een monument blijkt te zijn voor een Franse oorlogsmisdaad.
Terug in het hostel gebruik ik de tijd om te chillen, te lezen en mijn reisverslagachterstand bij te werken. Een deel van het probleem is dat deze app veel batterij zuigt en wanneer ik tijd heb om te schrijven, ik dan vaak niet bij een stopcontact in de buurt ben (zoals in de bus). Maar goed, alles op z'n tijd zeggen we dan maar.
Na een tijdje komt er wat leven in het hostel en speel ik een potje pool met een Nederlander (Matthew) en een local. Matthew komt uit Loosduinen, dus hij is de eerste die ik tegenkom die weet wat Honselersdijk is, en andersom ben ik de eerste die meteen weet wat zijn opleiding betekent (de HALO). Erg leuk.
Museums, briefings en duur eten
Na een schandalig verlies bij pool ga ik op zoek naar een late lunch. Ik kies voor een pad thai met passend uitzicht over Thailand bij een restaurantje langs de rivier. Tijdens het eten speur ik Google Maps nog even af en zie dat er een museumpje in de buurt is over UXO. Het blijkt een information center te zijn van de Mines Advisory Group (MAG), een organisatie dat mijnen en UXO opruimt in gebieden geteisterd door conflicten. Zo ook in Laos.
Ik word enthousiast verwelkomd door een meisje achter de balie. Die arme meid heeft in dit uitgestorven dorp waarschijnlijk heel de dag niks te doen.
In het museum kan je lezen hoe ze het verwijderen van bommen aanpakken en wat voor invloed het heeft gehad op de boeren die nu weer veilig hun land kunnen betreden. Wat een geweldig en dapper werk!
Rond een uur of 18 ben ik weer in het hostel en geeft de eigenaar een briefing over de loop. Je kan er 3, 4 of zelfs 5 dagen over doen, afhankelijk van hoe hard je wil rijden en hoe veel stops je onderweg wil bezoeken. Verder vertelt hij in welke dorpjes je het beste kan slapen, en raadt aan hoe je het beste kan rijden. Omdat de laatste 100 km van de route tegenwoordig een drukke, saaie weg is met veel gevaarlijke trucks, wordt er nu aangeraden om na tweederde van de loop gewoon om te keren en hetzelfde stuk terug te rijden. De prachtige uitzichten onderweg maken het ook geen straf om het twee keer te zien. Lijkt mij een puik plan.
Zodra de briefing voorbij is, zoek ik Matthew op en vinden we een restaurant op het water wat er wel leuk uitziet. Even later voegt Simon zich ook bij ons. De keuze bleek echter minder geslaagd, want het blijkt erg duur te zijn, de ober snapt ons niet waardoor we iets dubbel bestellen en het eten is uiteindelijk veel te pittig. Als we vertrekken verontschuldigt de ober zich wel heel erg als ze onze betraande gezichten ziet.
We drinken nog een biertje bij een ander (goedkoper) restaurant, waarbij Simon zich vooral vermaakt aan Matthew die als een echte Nederlander loopt te balen om die vergooide vijf euro.
Daarna spelen we nog wat pool en darts in het hostel en dan is het tijd voor bed. Morgen een drukke dag voor de boeg...
De eerste kilometers en grotten
Rond een uurtje of 9 gaan Simon en ik richting de scooterverhuur. We trekken allebei net iets meer geld uit voor een nieuwere, volautomatische motor (alsnog maar 7,50 euro per dag). Ik zie een knalblauwe 125 cc motor met een mooi breed zadel en ben helemaal verkocht. Dit moet goedkomen!
De eerste paar kilometers rij ik nog wat onzeker en is er ook redelijk wat verkeer. Maar de scooter rijdt heel erg fijn en ik kan makkelijk achter Simon aanrijden, waardoor er al snel vertrouwen komt. Tijdens dit eerste stuk is er bovendien al genoeg te zien: prachtige bergen doemen op in de verte. Het is bijna jammer dat je er geen foto's van kan maken tijdens het rijden.
Om wat grotten te kunnen bekijken, slaan we af en komen we op een grindpad terecht, waarbij mijn zojuist gevergde motorskills al tot de test worden gesteld. Gelukkig gaat alle twintig kilometers helemaal goed en krijg ik er weer een greintje vertrouwen bij.
Bij de eerste grot is geen hond te bekennen. Een vergeeld bord laat zien dat hier ooit een boottocht ging, maar wij moeten genoegen nemen met de opening van de grot en onze telefoonzaklampjes.
De tweede grot, Buddha cave, is tegelijkertijd een tempel. Hoewel hier ook een niet bestaande boottocht is, zijn er wel meer flarden van toerisme te spotten. We betalen entree, ik krijg een rok aan (ondanks mijn lange broek) en dan mogen we naar binnen waar een kleine, maar imposante grot op ons wacht, met mooie stalactieten en een heleboel boeddha's.
We rijden weer terug over het grindpad en zijn dan uiteindelijk weer op de snelweg, waar we weer een heleboel kilometers maken met fantastische uitzichten.
Onderweg pauzeren we bij lokale winkeltjes, wat altijd erg leuk is. Zo ook bij de lunch, waar we geen menu, maar gewoon een bord noedelsoep krijgen voorgeschoteld die echt fantastisch lekker is.
Natuurparken en compromissen
Na de lunch verandert de omgeving. De drukke weg heeft plaatsgemaakt voor een lokalere route, de stevige bergen zijn vervangen door platteland en rijstvelden. Er zijn veel dorpjes langs de weg met spelende kinderen en elke keer als kinderen ons zien beginnen ze verwoed te zwaaien, gillen en te lachen.
Op een gegeven moment rijden we een natuurpark in en dan is het landschap weer compleet anders. We rijden langs een heleboel dode bossen, over een gigantisch meer en langs dor platteland. We zijn nu ook wat hoger en spotten achter de bomen dus af en toe iets van een mooi uitzicht. Op een gegeven moment verschijnt er ook een gigantische dam aan de horizon. Ik heb gelezen dat China een heleboel dammen in Laos aan het bouwen is, en dat het de biodiversiteit in de Mekong nogal aan het verstoren is. Stom.
In het natuurpark wil Simon graag hard rijden. Ik heb daar niet zo'n zin in. Op een gegeven moment rijden we dus niet echt meer samen, maar Simon rijdt vooruit en moet dan telkens een tijdje op me wachten. Prima voor mij, kan ik lekker op mijn eigen tempo van het uitzicht genieten en onderweg nog wat foto's maken.
Als we het natuurpark uit zijn houden we even pauze in het naastgelegen stadje en maken we een plan. We zitten er allebei nog goed in en vinden het niet erg om nog een stuk te rijden en een slaapplek te vinden bij het volgende dorp. Wel is het misschien handig om nu wél bij elkaar te blijven, dus moeten we tot een compromie komen. Simon wil 80 rijden, ik 50, we polderen uiteindelijk tot een gemiddelde snelheid van 65 en beginnen zo aan de laatste etappe.
Eerste slaapplek: Nahin
Het laatste stuk lijkt weer een beetje op het eerste met veel bergen en rotsformaties. Verder rijden we nu ook de hoogte in en kan ik me aan wat haarspeldbochten wagen. Best te doen op een scootertje. Vlak voordat we in Nahin, het dorp waar we gaan slapen, zijn, is er nog een prachtig viewpoint met de rivier, rijstvelden en de ondergaande zon. Wat ben ik benieuwd hoe dit eruitziet in het natte seizoen, als alle rijstvelden in bloei staan. Het moet een nóg mooier aangezicht zijn.
Nahin is een schattig bergdorpje en we vinden al gauw een guesthouse waar we kunnen slapen. Simon, die "niet meer aan dorms doet", neemt een privékamer en ik boek de dorm.
Als ik onder de douche sta besef ik pas hoe vies ik ben geworden. Op de scooter heb je niet echt door wat voor vuil je allemaal opvangt.
Wat je zeker ook niet doorhebt, is hoe hard de zon schijnt. Ik ben echt gi-gan-tisch verbrand. Maar echt ernstig. Er staat een prachtig wit T-shirt op mijn bovenlichaam gegraveerd en de rest is rood. Lekker slim.
Zodra de zon achter de bergen is verdwenen, gaan Simon en ik op zoek naar wat eten en belanden we bij het restaurant van een lieve mevrouw die vervolgens al haar jongere familieleden commandeert om te helpen koken. Erg grappig om te zien.
Na een lekkere maaltijd plof ik dankbaar neer op bed en kom er niet meer uit. Ik ben doodmoe, maar heel erg voldaan. Wat een dag zeg! We hebben wel 200 kilometer gereden. Maar zo voelde het eigenlijk niet, ik vermoed door mijn comfortabele zadel en de mooie uitzichten.
Morgen scooteren we naar het vermeende hoogtepunt van de loop: de indrukwekkende Konglor Cave...
Geschreven door Anna.op.reis