Weer op tijd vertrokken uit ons hotel. Kwart voor zeven ontbijtzaal en vertrek hotel kwart over acht. Deze keer een treinrit van een kleine 2 uur, én vooraf 2 metro's om bij deze trein te komen. Gelukkig zijn we inmiddels aardig ervaren, dus een grote uitdaging was dat niet meer. Wel hadden we deze keer gereserveerde plekken in de trein, zowel heen als terug. Een comfortabele rit.
Vandaag hebben we veel tempels en andere heiligdommen bekeken die deel uit maken van het werelderfgoed.
De geschiedenis van Nikko gaat terug tot de 8e eeuw toen de boeddhistische monnik Shodo Shonin er een bedevaartsoord oprichtte. De Shihonryu-tempel die toen werd opgericht als de hoofdtempel van de Tendai-sekte ontwikkelde zich in de loop der jaren tot wat vandaag het Rinnoji-tempelcomplex wordt genoemd. Het dorp Nikko ontstond rond deze tempel.
Een jaar na het overlijden van Tokugawa Ieyasu (1543–1616), stichter van het Tokugawa-shogunaat, werd in Nikko een schrijn te zijner nagedachtenis gebouwd. Onder diens kleinzoon, Tokugawa Iemitsu, werd de schrijn uitgebreid door duizenden kunstenaars en ambachtslui. Waar elders in Japan de architectuur strak, rechtlijnig en weinig kleurrijk is, en waar gewoonlijk zwart en wit overheersen, werden in Nikko kosten noch moeite gespaard om het mausoleum uitbundig te versieren met kunstige details. Talloze afbeeldingen van dieren, planten en bloemen werden in hout uitgesneden.
We hebben weer erg veel gezien vandaag. Bij het verlaten van de moderne stad, de prachtige heilige Shin Kyo brug. De rood gelakte, eenbogige brug overspant hier sinds de vroege 17de eeuw de rivier de Dayagawa. De legende wil dat Shodo Shonin, de monnik die Nikko stichtte, hier op de rug van een slang de rivier overstak. Op de andere oever kom je op heilige grond en wandel je, door een bos van Japanse ceders, de immense tempelstad binnen.
De hoofdtempel Rinnoji, van de Tendai-shu, deze bestaat uit één centrale tempelhal en 15 kleinere gebouwen. De centrale Toshogu-schrijn , waarboven op een berghelling, ver boven de schrijn, de urn van de Shogun wordt bewaard.
Dit bijzondere monument is gewijd aan Tokugawa Ieyasu en aan twee van Japans belangrijkste historische figuren: Toyotomi Hideyoshi en Minamoto no Yoritomo. In dit heiligdom bevinden zich twee van de meest tot de verbeelding sprekende Japanse houtsculpturen: de Nemuri Neko, de slapende kat, en de sculptuur met de drie apen, horen, zien en zwijgen. Eindeloos veel trappen beklommen om deze te zien.
Fraai was ook de koperen lantaarn die de VOC aan Shogun Iemitsu heeft geschonken. Opvallend genoeg is een van de ornamenten van Nederlandse makelij. Een koperen lantaarn van 2000 kilogram vervaardigd in Amsterdam door de kopersmid Joost Gerritsz. De lantaarn was van de VOC afkomstig en kwam in 1642 in Dejima aan. Bedoeld als een geschenk aan de toenmalige Shogun Iemitsu was de lantaarn eerst te zien in de paleistuinen voordat het naar Nikko werd verplaatst.
Japans Nemuri neko - Slapende kat
Bij de ingang van de Okusha Inner Shrine, het graf van Ieyasu Tokugawa uit de Toshougu Shrine, staat een klein beeldhouwwerk dat is aangewezen als nationale schat. De gids vertelde een mooi verhaal hierbij:
Genoemd in het Japans Nemuri neko betekent "slapend" maar ook "vredig" en neko betekent "kat", het beeld staat algemeen bekend als de "Slapende kat", maar de andere vertaling heeft een krachtigere betekenis: aan de andere kant van de poort staat nog een beeldhouwwerk dat een mus voorstelt, er wordt gezegd dat de mus zal worden opgegeten als de kat wakker wordt. Maar de ‘vreedzame’ interpretatie zegt dat het naast elkaar bestaan van de twee dieren betekent dat de chaos is verdwenen en dat er vrede in de wereld is.
Geschreven door Henkdezwaantraveling