“Tsjesus, wat hebben jullie een hoop meegemaakt!”, “Wat vliegt de tijd!”, “Jullie zien er goed uit!” Dit zijn nog maar een paar van de vele opmerkingen die we horen als we zaterdagavond 30 juni enthousiast begroet worden door onze straatgenoten. Vanavond is de jaarlijkse buurtbarbecue en wij zijn er erbij. Het is leuk iedereen weer te zien en te spreken. Terwijl we genieten van sateetjes, salades en hamburgers, gaan de gesprekken met ons in het begin veel over de reis, onze avonturen, het weer terug zijn en “Dat zal wel ff wennen worden nu!”. Zoals vorige week ook al gezegd: we kunnen met een aantal zaken (nog) niet meepraten, omdat we er domweg niet waren en het nieuws een jaar lang niet hebben gevolgd. Laat laat staan de buurtnieuwtjes! Nadat we hier en daar weer een beetje zijn bijgepraat, vordert deze heerlijke zomeravond al. We eten, we drinken, we praten en we sjoelen. En zoals zo vaak op gezellige feestjes het geval is: Hoe later op de avond, hoe slapper het gelul. En eerlijk waar: ik ben een voorstander van slap lullen. Zo nu en dan stevig slap lullen bevordert volgens mij het gelukkig zijn. Er wordt dan gelachen en op schouders gemept in plaats van met vuisten op tafel geslagen en gediscussieerd over zaken waar je toch niks aan kunt veranderen. Prima toch! De avond eindigt tegen middernacht met veel blije gezichten en een enkeling die te diep in het glaasje heeft gekeken. Na nog wat helpen met opruimen gaan we naar huis, waar we ons in bed laten vallen en slapen als rozen. Leuk om iedereen weer te zien en te spreken!
Op de letterlijke "zon"-dag één juli pakken we weer dozen uit, soppen het één en ander en gaan verder met de tuin. Het begint al routine te worden. Maar niet voor lang meer, want het schiet namelijk al lekker op. We gooien weer - net als bij het inpakken een jaar geleden - veel weg (d.w.z. voor de Kringloop). Al zou je het niet zeggen als je bij ons thuis komt, maar we zijn echt aan het ontzooien! Ook zet Lidy bijna al haar tijdens de reis gehaakte knuffels bij elkaar: wat een bonte beestenbende! ’s Middags gaan we onze vriend en achterbuurman Peter feliciteren met z’n verjaardag. Peter viert het niet, maar uiteindelijk zitten we toch heerlijk met z’n vieren in de tuin te eten van een heerlijke lauwe salade van Lydia en de legendarische tomatensoep van Lidy. Met een gemeend, maar ook een beetje plagerig “Nou, succes morgen met je eerste werkdag !” wordt er afscheid van me genomen. Tot mijn verbazing zie er geeneens zo erg tegenop.
Toch slaap ik slecht: ik zie elk uur van de nacht en als de wekker dan eindelijk gaat, ben ik voor m’n gevoel eindelijk in diepe slaap en voel me brak. Lidy staat solidair samen met mij op op deze “na een jaar weer voor het eerst naar m’n werk gaan”- maandagochtend de tweede juli. Ik ben toch behoorlijk nerveus en dat neemt toe als ik na het gezamenlijke ontbijtje op de fiets koers zet naar Hilversum en steeds dichterbij kom. M’n personeelspas werkt overal nog naar behoren en dan stap ik (na wat onwennig gepruts om m’n garderobekastje te openen) met kloppend hart, blauw OK-pak en groene muts het operatiecomplex op. Op de voorbereidingsruimte hangen slingers, die - naar even later blijkt en superlief - voor mij zijn opgehangen. Iedereen verwelkomt me enthousiast, is blij me weer te zien, vraagt naar hoe het gaat en hoe het reizen was. Veel hebben ook onze reis gevolgd en vertellen dat ze zo met ons hebben meegereisd. De hele dag gaat het zo door: wat een welkom zeg! Ik schud handen van nieuwe mensen die mij via verhalen wel kennen, maar die ik niet ken. Ondanks dat het rustig is qua recovery-zorg vang ik een aantal patiënten op. Wat betreft de zorg voor de patiënt is er eigenlijk weinig veranderd, voelt het vertrouwd en ik pak het eigenlijk zo weer op. Hier en daar een vraag als “Hoe noteer ik de pulsaties ook alweer?” en “Waar staat de bladderscan nu?”, maar verder niet. Vanuit de gesprekken met collega’s blijkt wel dat het team een turbulente en problematische tijd heeft doorgemaakt met de nodige wisselingen in management, vertrek van waardevolle collega’s en personeelsgebrek. De één ervaart dit als ellende die niet te overzien is, terwijl de ander hier weer kansen in ziet. Ik vel nog geen oordeel: eerst maar eens de balans voor mezelf opmaken. Op een rustig moment check ik mijn email en vind 854 mailtjes in m’n “Postvak In”. Drie klikken verder is ie leeg en begin ik met een schone lei. Aan het eind van de middag - op de fiets terug naar huis - kijk ik terug op de dag en concludeer dat het een goeie en leuke dag was. Het viel zeker niet tegen, maar ik ben nu wel volledig afgedraaid. Thuis wordt ik verwelkomt door Lidy, die nog heerlijk wekenlang vrij is en me daarom extra in de watten legt. Wat een lieverd, hè!
Woensdagochtend vier juli zit ik voor de derde dag op rij op m’n fiets naar m’n werk. Nu voor de eerste keer naar Tergooi Blaricum en ook nu is het – al vanaf maandag aanwezige - unheimische gevoel in m’n buik aanwezig. Eigenlijk neemt dat gevoel met de dag toe. Gisteren was een herhaling van maandag met mensen die me enthousiast begroeten en vandaag zal niet anders zijn. Toch begint het “gewone” leven zich aan te kondigen en dat voelt - ondanks dat iedereen zegt blij te zijn dat ik er weer ben - (nog) niet goed. Niet zelf kunnen beslissen wanneer, wat, waar en met wie iets te doen is erg wennen. Ik verlang terug naar die vrijheid en het buitenleven van kortgeleden. Helaas zit dat er voorlopig niet in, maar we zijn vastberaden op korte termijn diverse opties te gaan onderzoeken die ons weer meer vrijheid brengen. Niet dat ik ongemotiveerd m’n werk ga doen, hoor. Zo ben ik niet. Ook zal ik niet de in ieder team aanwezige negatieve - “alles is slecht hier en ze doen echt alles om me te pesten” - verpleegkundige uit gaan hangen. Nee hoor: als ik er ben dan ga ik er voor. Maar goed, deze woensdag assisteer ik in Tergooi Blaricum bij een aantal patiënten die een cardioversie ondergaan (een versneld hartritme proberen normaal te krijgen met een elektrische schok) en kraamvrouwen die een epidurale katheter krijgen (dun slangetje in de buitenste ruimte van je ruggenmerg) om pijnstilling te geven. Eigenlijk gaat het assisteren vlekkeloos, ondanks dat het een jaar geleden is dat ik dit heb gedaan. De laden in het brein met de stickers “Cardioversie” en “Epiduraal” schieten schijnbaar plots weer open als je ze nodig hebt en alles is in één klap weer voorhanden. Prettig dus als je lang weg bent geweest. Aan het eind van deze woensdag voel ik me goed. Ik heb geen idee of dat komt omdat ik lekker heb gewerkt of omdat ik morgen vrij ben, maar tevreden fiets ik na deze werkdag bij de Tafelberg de hei op. Ik geniet van het uitzicht over de hei, de grazende schaapskudde en het lekkere weer. Het komt allemaal wel goed.
Donderdag vijf juli is een mooie dag en niet alleen omdat het prachtig weer is. En met “mooi” doe ik deze dag eigenlijk te kort. In feite is het een schitterende dag, want de stichting “FLOOR jongerencoaching” wordt gelanceerd vandaag. Vernoemd naar onze Floor. Natuurlijk heb ik al eens verteld dat Floor een voorbeeld was en is voor velen. Haar motto - “Leg je niet neer bij minder, als meer mogelijk is.” - lag ten grondslag aan haar ontembare doorzettingsvermogen om te gaan voor wat haar droom was, ondanks de lichamelijke beperkingen die ze had. Het toetreden tot de Comedy Train was één van haar - voor de buitenwereld onmogelijk geachte, maar toch werkelijkheid geworden - dromen. Na Floors overlijden hebben wij een boek samengesteld uit al haar teksten, gedichten enzovoort. Het weerspiegeld Floor haar kwetsbaarheid, maar vooral haar kracht om niet op te geven. Naar aanleiding hiervan is Lidy de succesvolle workshop “Durf te Dromen” gaan geven op scholen. Wekelijks gaf ze deze workshop (en dat gaat ze zeker ook weer doen) en liet dan jongeren - met en zonder lichamelijke beperking - geïnspireerd achter, zonder een vervolg te kunnen bieden en ze echt te helpen stappen te zetten naar het bereiken van hun droom. Via de NSGK (Nederlandse Stichting voor het Gehandicapte Kind) kwam dit vervolg er toch door middel van “droomcoaches”. Dit kwam onder de bezielende leiding van Gigi Dingler, die hier uiteindelijk een aparte stichting voor in het leven heeft geroepen: stichting “FLOOR jongerencoaching ” (
www.floorjongerencoaching.nl ). In het gebouw van de NSGK op de Wibautstraat in Amsterdam knallen aan het eind van deze middag de party poppers en klinkt er luid applaus als de stichting officieel wordt gelanceerd. Lidy, Dolf en ik kijken terug op een mooie en emotionele middag. Vooral na het praatje van Lidy over de kracht van Floor en waarom het belangrijk is dat deze stichting nu bestaat, kunnen Dolf en ik het net niet droog houden. Blij en trots rijden we met z’n tweetjes - Dolf is al naar z’n werk - op deze schitterende donderdagavond terug naar huis.
Vrijdagochtend zes juni sta ik weer vroeg - en toch weer wat nerveus - op de recovery: zou het vandaag lukken met al die KNO kindjes? Ik hou veel van kinderen, maar gillende en schreeuwende kinderen na een operatie (waarbij de ouders uiteraard - en ook terecht - op je vingers kijken) zijn niet m’n favoriete patiëntencategorie. En zeker niet als je dat een jaar niet hebt gedaan. Maar goed, laat maar komen, want ik ben professioneel genoeg en dan hebben we alles wat voorkomt op de recovery weer gehad deze week. Ja toch! Ik wordt, zoals elke dag deze week, enthousiast begroet, maar veel tijd om te praten krijgen we deze ochtend niet. Ook deze vrijdagen blijken weinig veranderd te zijn na een jaar op de Recovery in Tergooi Blaricum. Om half negen gaat het los met 12 KNO kindjes, die met ouders door een vergissing een uur te vroeg in onze wachtkamer zitten en daarna met een tussenpoos van 10 minuten na de ingreep onder mijn hoede op de uitslaapkamer komen. Tel daarbij op de diverse kraamvrouwen die een epidurale katheter krijgen, een urologie- en gynaecologie operatieprogramma en een patiënt die volledig in elkaar stort tijdens en na de operatie (en gelukkig herstellend onze afdeling verlaat), dan weet je al dat een koffiepauze ver te zoeken is met z’n vijven. Zo kan het gaan op een Holding/Recovery!! Toch zijn we tevreden, want het loopt gesmeerd, de veiligheid is geen moment in het geding geweest en ik heb kinderen en ouders naar volle tevredenheid (van hen en van mij) verzorgd en begeleidt. Ook nu fiets ik terug naar huis met een goed gevoel. Het wennen zal nog wel even doorgaan, maar de eerste week zit erop. En het ging beter dan ik had verwacht.
In de avond wordt ook deze dag - de tweede op rij - een bijzondere, want een droom komt uit. Maar dan van een ander. Hier hebben we nog niets over verteld, maar Lidy is - samen met vriend Harry - al maanden druk bezig een digitaal schoolbord, beamer, toebehoren en transport te regelen voor een school in Albanië. Misschien kun je je het nog herinneren, maar we hebben in november 2017 op een camping gestaan in het arme Albanië. Deze is het eigendom van twee onderwijzers: Jolinde en Alexander, super lieve en hartelijke mensen waar we veel mee hebben gepraat. Jolinde gaf toen te kennen dat ze zo ontzettend graag een digibord zou willen hebben bij haar op school om de kinderen meer van de wereld te laten zien. Lidy en Harry hebben toen hun krachten gebundeld. Lidy heeft een digibord met alles erop en eraan geregeld dankzij De Springplank, de school waar Lidy werkt. En Harry heeft via zijn bedrijf het transport naar Albanië georganiseerd en in de aankomende weken gaat het digibord naar Albanië. “I love it when a plan comes together!” zou Hannibal zeggen. Nu - zeven maanden later dus - mailt Lidy de nietsvermoedende Jolinde en Alexander met dit fantastische nieuws. Zo goed als direct komt er een mailtje terug met als laatste zin: “Dear Lidy, I am so sorry that you cannot see my tears of happinnes.” Mensen helpen is toch het mooiste wat er is!
De eerste week viel mee. Het was op vele fronten dan ook een bijzondere week. Benieuwd hoe het zal gaan als de sleur weer toeslaat. Als we tenminste toestaan dat ie weer in ons leven komt. We zullen zien. En jullie ook. Tot de volgende keer!
Geschreven door DeTrip