Gisteravond zijn we na het douchen de stad gaan verkennen, en hebben gelijk gekeken waar we wat zouden gaan eten. Een pelgrimsmenu staat voor vandaag op de wensenlijst en dat zou moeten lukken in deze stad. Het is dan ongeveer zes uur en de meeste restaurants gaan pas tegen acht uur open, dus maar even een drankje in de haven gedaan. Kijkend naar zeilbootjes en pratend over de Camino.
Om half acht schrijven we ons in, in de Albergue als de hospitalera er is en aansluitend gaan we weer de stad in. We hebben de naam van een goed restaurantje doorgekregen van andere pelgrims. Als we daar komen blijken ze in avond geen menu del pelegrino te hebben, maar alleen duur eten. Dat gaan we niet doen dus verder lopen en toen kwamen we bij een café, met buiten een bord met menu del pelegrino. Wij naar binnen, waren we de enige. De vrouw achter de tap, liep ons voor naar een tafel in een achterkamer en ging achter het fornuis.
Het resultaat was een heerlijk viergangen diner, met een fles wijn en brood voor €8,- de man!
We hebben echt genoten van haar kookkunsten en haar achteraf hartelijk bedankt.
Eenmaal terug in de Albergue, was het tijd om tanden te poetsen en onder de waslijn door mijn bed in te gaan, Sleef lag boven de Koreanen, dus we vreesden voor onze nachtrust.
Uiteindelijk bleek in het bed boven mij een Duitse man te liggen die de hele zaal, de hele nacht heeft wakker gehouden. Een andere pelgrim ging vanwege de herrie met zijn matras in de keuken liggen slapen, en de rest lag wat muziek te luisteren.
Toen we de Duitser er vanochtend mee confronteerde was het enige antwoord dat hij niet de enige snurker was. Die man wordt nooit meer onze vriend!
Net even voor achten vertrekken wij in het halfduister aan de tocht van vandaag, dit zou volgens internet de zwaarste etappe worden. Vol goede moed vertrokken we. Magdalena, die een halve dag op ons voorligt appte nog dat de eerste zeven kilometer meevallen, dat is alvast fijn. Terwijl we de eerste heuvel oplopen komen we het Duitse paar tegen dat samen met Martin en Sandra liep.
Het eerste wat ze tegen ons zeiden was dat ze het zo leuk vonden dat ze Hans en Hans iedere keer tegenkwamen. Volgens hun zijn wij zo positief!
Wilma, de Berlijnse, die we een paar dagen eerder op sleeptouw hadden meegenomen, had tegen Ralph en Angelika gezegd dat wij haar engeltjes waren. Zonder ons had ze het niet gered. Hoe leuk om terug te horen van anderen!
We lopen samen met Ralph op naar de eerste koffieshop. Angelika vindt het heerlijk om even alleen te lopen en foto's te maken. Als we aan de koffie zitten komt ze er weer bij, en we hebben een leuk gesprek over pelgrimeren. Hun middelste zoon, van 22, loopt op dit moment ergens tussen Santiago en Finisterre!
Na de koffie laten we ze weer los en gaan ons eigen pad. In Galicië staat er op de palen hoever het nog is naar Santiago, vaak leuk om te zien, maar soms schiet het helemaal niet op. We moeten klimmen naar ongeveer 350 meter hoogte, en dat valt zwaar. Gelukkig zijn de wegen erg goed vandaag.
Eenmaal boven rusten we lekker uit in een wei en eten we de laatste stroopwafels van mijn moeder op, wat smaken die lekker na zo'n klim!
De hele dag vliegen er al vlinders met ons mee en als we in de wei zitten zie ik er twee die samen door de lucht dansen. Ik moet direct denken aan de herinneringsviering van Daan, waar we het nummer vlinder van Marco Borsato draaiden.
De rest van de dag speelt dit nummer door mijn hoofd: " het komt allemaal goed, wacht nu maar af wat de tijd met je doet, het is nu nog te vroeg, alles wat groot is begon ooit klein, je hoeft niet meteen, een vlinder te zijn...."
Ik weet nu zeker dat we deze dag gaan uitlopen, de vlinders vliegen mee en wijzen de weg!
Na 20 kilometer komen we weer bij een cafeetje en daar zit de hele bubs weer bij elkaar, inclusief de snurker! Sleef en ik besluiten hem te volgen en dan een andere Albergue te nemen, zodat we vannacht in ieder geval goed slapen!
Terwijl we uitrusten genieten we van het weer, de regendreiging is weg en de zon komt er weer bij. De heuvels, de bergen, het voelt als Zwitserland. En dan opeens hoor ik het heerlijke Zwitserduitse taaltje. Twee oudere dames, uit Murten en Bielle, komen het terras oplopen. Beide grijze haren, en een bril waarvan een er erg krom staat.
Het blijkt dat deze dame thuis vergeten was haar schoenzolen te checken. Die waren dus glad en gisteren is ze uitgegleden, een rib gekneusd, hoofd kapot, bril kapot en rugzak kapot. Het kan dus altijd erger! Ik heb erg met haar te doen, maar we houden ons afzijdig, hebben genoeg aan onze eigen kwaaltjes. Mijn voeten en Sleefs schouder.
Als we vertrekken en langs de dames lopen zeg ik heel vrolijk:" GrütSie mit Einand!", waarop de dames Buen Camino zeggen, en vervolgens hoor ik de ene aan de andere vragen of wij Zwitsers zijn? Dat maakt me erg vrolijk, ik hou van Zwitserland en de Zwitsers, en ik leg de groet uit aan Sleef.
Nu is het nog 4 kilometer naar beneden, dan weer een stuk omhoog en dan langzaam uitlopen naar beneden tot we het stadje tegenkomen. Vooral de klim valt erg zwaar, Sleef heeft veel last van de schouders en is redelijk buiten adem. Ik kan goed klimmen maar heb meer problemen met bergafwaarts en vlak lopen.
Net voor we de stad bereiken wil ik nog even liggen, om de voeten rust te geven, en halen de Zwitserse dames ons in, we hebben een heel gesprek, erg leuke dames! Ze skiën in Saasfee in de zomer, een plaats waar ik ook vaak kom, de wereld is weer klein.
In Lourenzá komen we een herberg tegen waar we een tweepersoonskamer kunnen huren voor 11,- pp, dat wordt lekker rustig slapen vannacht! Alle Duitsers en Magdalena slapen in een andere herberg, wij hebben rust.
Nog ongeveer 160 km tot Santiago, en de zwaarste dag zit erop!
We hebben genoten van de vergezichten, de dieren en de Spaanse bevolking.
Hier in de stad kwamen we Magdalena nog tegen en we drinken wat met haar, die hebben we weer ingehaald, maar ze heeft nog maar drie dagen, we hebben na het drankje dan ook afscheid van elkaar genomen, het was leuk om haar op de Camino tegen te komen.
Geschreven door Pelgrimbuis.reisblog