Gisteravond heeft het flink geonweerd. Ik heb geschuild in de slechtweerruimte. Na ongeveer twee uur was het weer rustig.
Het landschap is gehuld in mist als ik om 8:30 vertrek. De tent heb ik nat ingepakt.
Mijn fiets kraakt weer.
Bij Welsum staat een bord: “we zijn er klaar mee”. Dat roept bij mij alleen maar vragen op. Waarmee ? Waarom ? Hoezo ?
Ik fiets verder door de mist over een kaarsrecht dijkfietspad.
Na 26 km kom ik in Hattem aan. Ik vraag naar een fietsenmaker en ik word gestuurd naar een die op maandag dicht is. Vlak achter de dijkpoort zit ook een fietsenmaker. Hij wil wel even kijken naar mijn trapas, maar als het meer werk is wordt het in ieder geval niet vandaag. Aan de overkant eet ik een broodje terwijl ik wacht totdat de fiets klaar is. Als ik weer terug ga blijkt dat hij er niets aan heeft kunnen doen. Het kost me niets. Alleen tijd.
In Hattem zit het Anton Pieck museum. Ik ben er niet geweest. Mijn geboortekaartje is van Anton Pieck en als ik met niet vergis ook van de rest van de familie.
Ik fiets naar Zwolle en als ik Zwolle binnenfiets via een park houdt het gekraak op. Ik besluit toch naar een fietsenmaker te gaan. Het voelde alsof je naar de tandarts gaat en ineens geen kiespijn meer hebt. De Zwolse fietsenmaker wist het ook niet, maar dat zag ik al toen ik het hem vroeg.
In Zwolle kan je dollen. Nou, zeker niet op maandagmorgen. Dooie boel. Daarbij, je mag in de binnenstad nergens fietsen en er zijn brede looppaden gemaakt ivm Corona. Ik hou het voor gezien en ga dus maar weer de stad uit.
Ik fiets voor het eerst met navigatie, wat me wel bevalt. Ik neem alleen even een andere route en fiets deze op de kaart, gevoel en de weg vragen. Ik ga richting Hasselt. Ik vraag iemand de weg, die me twee keuzes geeft. Links of rechts, maar uiteindelijk zegt ze: “fiets maar achter me aan, dan fiets ik wel een stuk voor”. Ze heeft een elektrische fiets en gaat er als een speer vandoor. Ik kan haar net bijhouden.
Ze wijst me wel de juiste weg en al gauw fiets ik weer op de dijk langs het Zwarte Water.
Ik fiets door tot Hasselt en ga even het plaatsje in en drink koffie en eet een broodje.
Daarna verder naar Genemuiden. Ik heb daar nog eens overnacht op een 4 sterren Vrienden op de Fiets adres. De vrouw des huizes was ook hobbykok en ik kon ook ‘s avonds mee eten.
Ik neem de pont en er is ook een vrouw met een step op reis. Twee tassen aan de voorkant. Gisteren had ze ongeveer 90 km gestept ! Ik moet zeggen dat ze aardig door stepte. Een step stond niet op de tarievenlijst van de pont.
Ik ga van Zwartsluis richting Sint Jansklooster, waar Evert van Benthem vandaan komt.
Verder fietsend richting Vollenhove vertelt een man dat we over een bijzondere weg fietsen. Links hoger gelegen land en recht lager en nat gebied. Links eiken en rechts elzen. Links is het land inderdaad wel een paar meter hoger. Zo leer ik elke dag weer bij.
Ook staan er allerlei kunstwerken langs de weg. Het bloemencorso kon vanwege Corona niet doorgaan en men heeft nu bloemenschilderijen gemaakt. Creatief met bloemen.
Om 16:00 ben ik op camping De Duin in Blokzijl. Een boerencamping. Ik zei tegen de boer dat ik er wel eens eerder was geweest, zo’n 10 jaar terug. Hij zei dat hij me niet herkende.....
Hij zei ook dat hij blij was dat het niet meer zo amechtig warm was. Nee, ik was ook blij dat het niet meer zo amechtig warm was. Nou, voor 6 euri mocht ik er zonder registratie en bon een nachtje staan. Het zag er allemaal nog net zo uit als 10 jaar geleden.
Ik ben eerst begonnen met de tent en andere spullen te drogen. Vergeefse moeite, want ‘s avonds begint het te onweren en te stortregenen. Ik kan gelukkig in een schuur zitten en ook daar mijn eten klaarmaken.
Wel valt op een keer de stroom uit. Blikseminslag ? Nee, iemand had zijn haspel buiten laten liggen. Volgens mij komt daar het woord stoethaspel vandaan.
Geschreven door Op-fietse