Lieve lezers,

Inmiddels zijn we al ruim een week op Sumatra. We hadden hier graag nog veel meer tijd besteed, maar we willen nog meer van Indonesië zien.

We kwamen aan in Medan, geen goede eerste indruk van Sumatra. We hebben nog nooit zo'n druk verkeer gezien en de mensen hier zien waarschijnlijk ook bijna nooit toeristen, want we werden overal nagekeken. De volgende dag zijn we daarom "gevlucht" naar Bukit Lawang, een klein dorpje midden in de jungle. Bukit Lawang is bekend om de orang-oetans. De eerste dag huurden we een band om over de wilde rivier te tuben, een beetje vergelijkbaar met raften. Er zijn veel locals die mee de rivier af gaan en ze zwaaien allemaal naar ons.

De volgende dag hadden we een jungle trek gepland. Om 7 uur werden we gewekt door de apen op ons dak, toen we de deur open maakten staarden ze ons aan vanuit de veranda. De trek begon daarna goed met 2 verschillende soorten slangen in een boom, 5 minuten later zagen we de Thomas Langur die alleen hier op Noord-Sumatra voorkomt en nog eens 5 minuten later zagen we waar we echt voor kwamen: een orang-oetan vrouwtje met een kleintje. Eindelijk konden we de orang-oetans in hun natuurlijke omgeving zien, waarbij vooral het speelse kleintje in de lianen de hoofdattractie was. Verder zagen we tijdens onze 6 uurse wandeling een orang-oetan mannetje, lampongaap en krabbenetende makaken. Daarna gingen we raftend over de rivier terug naar het dorp met fantastische uitzichten op de jungle.

Op dag 3 in Bukit Lawang, helaas onze laatste dag, werden we in een tuktuk door een aantal dorpjes gereden. We gingen onder andere naar Landbau, een dorpje met nog altijd een Nederlandse naam. Hier kregen we uitleg over de rijstvelden en palmolieplantages, gingen we naar de rijst pabrik (fabriek), zagen we hoe ze palmsuiker maakten en kwamen we onderweg overal bordjes met 'doorsmeer' tegen, een oud Nederlands woord dat ze hier gebruiken voor scooterwasserette. s'Avonds maakten we samen met de jonge werknemers van ons hotel muziek. Daarna gingen we met de hele groep naar een feestje bij de buren, waar we tot laat bleven.

De volgende ochtend vertrok de taxi vroeg naar het Toba meer. We werden 's ochtends nog verrast door een schorpioen die door onze kamer liep. Daarna hadden we een rit voor de boeg van 260 kilometer, waar we 8 uur over deden. De slechtste wegen die we gezien hebben. Eenmaal aangekomen bij het enorme meer, namen we de ferry naar het eiland (van ongeveer de grootte van Singapore) genaamd Samosir. Het meer van 1100 vierkante kilometer met hoge rotswanden rondom is een enorme krater, een overblijfsel van wat vroeger een supervulkaan was. We verbleven hier 2 dagen in het plaatsje Tuk Tuk. We huurden een scooter en reden naar een vulkaan waar we kokend water uit de grond zagen komen. Op de terugweg kregen we een lekke band, maar binnen een half uurtje werd er voor 50.000 Rupiah (€3,30) een nieuwe binnenband opgelegd. De laatste dag lagen we aan het meer en bij het zwembad, gewoon even lekker relaxen.

Vanochtend heeft Jim een jetski gehuurd om nog even te genieten van het meer. Daarna zijn we terug naar Medan gereisd, van waaruit we over een uurtje naar Jakarta vliegen om Java te ontdekken. We hebben genoten van Sumatra en vooral in Bukit Lawang hadden we ons hele visum wel door willen brengen. Een plek waar we zeker nog een keer terug gaan.

Geschreven door Kimenjimopreis