Gisteren kregen we eten bij de hospita. Ze was er samen met haar man, twee Zwitserse stamgenoten (Italiaans sprekend) en wij. Het eten was verrukkelijk: de primi was pasta met een tomatensaus en kaas, daarna waren er groenten schotels met een sla van overheerlijke tomaten, geroosterde paprika’s, worst, omelet en brood. Als dessert een heel zoete watermeloen. Daarbij een niet te drinken zware wijn. De hospita ratelde aan één stuk door over haar ervaringen met pelgrims, de Zwitsers kletsten vrolijk mee en wij keken naar mekaar. Het ontbijt konden we nemen in de bar van de zoon die volgens haar al om 6 uur open was, haar man mompelde wat tegen. Ik hoorde de Zwitsers al om 6 uur door het straatje stappen, Myriam stelde voor wat te blijven liggen, want ze had er niet veel vertrouwen in en toen we om 7 uur aan de bar aankwamen deed de zoon juist open.
De tocht was anders dan we verwachtten, de Apennijnen zijn hier niet zo scherp en steil als in het noorden, maar eerder golvend met op de flanken vooral graanvelden wat het nu na de oogst een wat schraal landschap geeft. Het blijft wel stijgen met af en toe een terug naar beneden waar een kloof of rivier moet overwonnen worden. Er waren weinig bomen en dus ook geen schaduw wat het lastig maakt. Er waren ook nergens voorzieningen voor water, wat maakt dat je rond de middag lauw tot warm water drinkt en snakt naar iets fris. Boven op de kam
( ongeveer 800 m) gingen we door een immens windmolen park dat stil stond wegens geen wind. Onderweg waren er wel 2 arbeiders die ons vroegen wat we aan het doen waren en of het wel ging. Om de tocht wat in te korten hadden we een B&B genomen in Castelfranco in Miscana. We hadden ons verwacht aan een gehucht met wat huizen, maar het bleek een dorp met winkels en bar. We konden de bar eigenaar juist beletten zijn zaak te sluiten ( alles sluit om 13u) en
toevallig is zijn moeder eigenares van de B&B en werd opgeroepen. Zij maken deze avond voor ons eten, want de zoon heeft zijn rustdag.
Morgen is het nog even verder klimmen en dan dalen, dalen, dalen tot in Bari (al heb ik een voorkeur voor stijgen).
Geschreven door MGtevoetnaarRome