Onze weg liep grotendeels langs de Pacifische westkust richting het zuiden. Soms lag de oceaan verscholen achter een tussenliggende berg, maar was gedurig goed te horen. Een paar wandeltrails gelopen waarbij, naast de mooie bosrijke omgeving en prachtige ongerepte natuur, ook de Pacific coast steeds weer langs kwam. Bij de monding van de Klamath rivier was een plaats met uitzicht om vanuit de hoogte de uitstroom van het zoete water in de Pacific te zien. Het zoete/brakke water van de rivier is door de kleur duidelijk herkenbaar ten opzichte van het zeewater.
Het zonnetje scheen lekker maar bij de zee blies een stevige wind die behoorlijk fris was. Kortom, heerlijk uit- en doorgewaaid.
In dit deel van Californië groeien de Sequoia bomen, ook wel Redwood tree’s genoemd. Enorme bomen, die zo hoog als de Domtoren kunnen groeien. Wandelen in een bos met dergelijke reuzen vervult je met een zeker ontzag, je voelt je een kleine Hobbit die in een veel grotere wereld rondloopt.
Een enkele reus stond specifiek aangegeven, 1500 jaar oud, ruim 90 meter hoog, wat een gevaarte!
We overnachten in het stadje Eureka, waarvan de oude stad in victoriaanse stijl (deels) nog bestaat. Voor Amerikaanse begrippen is dat allemaal erg oud en historisch. Voor Europeanen is dat wat betrekkelijk, maar de gebouwen zijn wel erg fraai gerestaureerd en zeker mooi om te zien. Ook zien we hier zowaar een paar palmbomen, we zijn duidelijk heel wat zuidelijker gekomen dan onze start in Seattle.
Geschreven door LetsgotoAmerika2016