Donderdag 17 april 2025, aangemeerd in Naha, hoofdstad van Okinawa, tweede eiland van de Ryukyu eilanden dat we gaan bezoeken. Het eiland heeft tijdens WOII hele hevige gevechten gekend met onnoemlijk veel burgerslachtoffers. Sinds WOII tot 1972 stond het eiland onder US military toezicht. Vandaar dat je nog veel US militaire basissen op het eiland vindt. In 1972 is het eiland opnieuw overgedragen aan Japan. De weersvoorspelling is niet zo goed, maar opnieuw wordt het een zonnige dag met temperaturen tot 24 graden. Okinawa wordt ook het ‘Hawaï van Japan’ genoemd en gelijk hebben ze. Onze eerst uitstap is een hike in de Gangala Valley. Gangala Valley, een kalkstenen grot, lag oorspronkelijk onder water, is omhooggeduwd en is gedeeltelijk ingestort, wat de vallei heeft gevormd. De begroeiing is prachtig. Je waant je echt in de tropen. Bij het binnenwandelen zie je de metershoge bamboe, dat 25 cm per dag groeit. Typisch voor de vallei zijn de Banyan-bomen. Deze bomen laten hun wortels naar beneden groeien en van zodra deze wortels de grond raken, schieten ze ook wortel en worden op hun beurt boomstammen die dan op hun beurt opnieuw hun wortels naar beneden laten groeien. Op de duur heb je de indruk dat de boom zich ‘verplaatst’, vandaar ook de naam ‘walking tree’. Geeft prachtige taferelen. De beroemdste Banyan tree in het park is de Ufushu Gajimaru banyan tree, meer dan 150 jaar oud en ongeveer 20 meter hoog. In tegenstelling tot de andere bomen in zijn soort worden de wortels stammen vóór ze de grond raken. De vele grotten, waarvan de man’s-grot tot de verbeelding spreekt, maken het plaatje af. Enkele duizenden jaren geleden waren deze grotten bewoond. Resten getuigen hiervan. Nadien worden we opnieuw getracteerd op een Japanse lunch en een mooi uitzicht op de oceaan. Daarna is het richting Seifa Utaki, de meest heilige plaats van Okinawa. Er zijn geen schrijnen of tempels maar het heilige weerspiegelt zich in de natuur en de rotsvormingen.
Geschreven door Tnt.op.avontuur