Rik en ik hadden een Nissan Micra geboekt voor 6 dagen. Klein autootje, en het zou handgeschakeld zijn. 1800 kilometer in zes dagen door bergweggetjes wild schakelend met je linkerarm... Dat zal wat worden. De dame van het verhuurbedrijf kwam echter met de mededeling dat alle Micra's vertrokken waren en toen kregen we een Kia Rio. Een aanzienlijk grotere auto met ook nog eens een automatische versnellingsbak. Wij blij! We wisten dat de eerste dag vooral veel rijden zou worden. We zouden van de ene kant van Tassie, zoals de Australiërs het noemen, naar de andere kant crossen. Een groot stuk bos waar niks te beleven valt, behalve mooie natuur.
Tasmanië is bijna twee keer zo groot als Nederland. In totaal wonen er maar 500.000 (!) mensen, waarvan 200.000 in de hoofdstad Hobart (na Sydney de oudste stad van Australië) en 100.000 in de tweede grootste stad, Launceston. Je kan je dus voorstellen dat je meer dan een uur kan rijden zonder een mens of huis tegen te komen.
Vlakbij Hobart ligt Mount Wellington, een 1200 meter hoge berg. We zijn naar de top gereden en wilden daar rondlopen, maar we werden er zowat vanafgeblazen. Het regende ook keihard en het was erg koud. We zijn verder gereden naar Queenstown in het westen, ongeveer 4 uur rijden en 260 kilometer. We hebben genoten van de verschillende uitzichten en weersomstandigheden. Hoe hard het regende in Mount Wellington, hoe fel de zon scheen 2 uur later rijdend door de weilanden. We dachten een slaapplek te vinden in Queenstown, maar het was veel kleiner dan we hadden verwacht, waarschijnlijk net 1.000 inwoners... Behalve een duur motel was er niks. We zijn doorgereden naar een stadje langs de westkust. Hier was een YHA hostel. YHA staat voor Youth Hostel Association. Hostels die aan deze organisatie gelinkt zijn, hebben vaak hoge kwaliteitsstandaarden. Hier hebben we gebarbecued. Ik ben na de barbecue naar een parkeerplaats aan zee gereden waar ik heb geslapen in de auto. Dit zou ik de rest van de week blijven doen, omdat het huren van de auto en de bijbehorende benzinekosten buiten mijn budget omgaan. Om dit enigszins te compenseren heb ik in de auto geslapen, wat overigens wel legaal is in Tasmanië. De eerste keer vond ik het best apart, zal er niks gebeuren? Zal ik goed slapen? De stoel kan aardig plat en ik gebruikte een handdoek als gordijn voor enige privacy.
Na het ontbijt, een schaaltje met melk en musli, haalde ik Rik op, en zijn we naar Cradle Mountain gereden; de bekendste berg van Tasmanië. We dachten dat je daar mooie wandelingen kon maken. Dus toen we naar een zogenaamd viewpoint liepen, vijf minuten lopen vanaf de weg, waren we een beetje teleurgesteld. Totdat we later bij een National Park aankwamen die uitgebreide wandelkaarten had. Dit was dus wat men bedoelde:) We zouden een paar uurtjes wandelen, en volgens het mannetje dat advies gaf, zouden we naar weer een 'viewpoint' kunnen lopen voordat de dag afgelopen was. Na een uur kwamen we erachter dat we bijna twee keer zo snel liepen als aangegeven op de kaart. We hebben achteraf in drieënhalf uur een dagwandeling afgelegd. We hadden bijna de top van de Cradle Mountain bereikt. Maar we hadden de bus van de parkeerplaats van het National Park naar de wandelroute genomen, en die moesten we ook op de terugweg halen, anders zouden we 10 kilometer extra moeten lopen. Behalve dat het koud kon zijn, was het een wandeling met echt schitterende uitzichten. Het was al laat en we zijn hierna doorgereden naar Devonport, dé 25.000 inwoners tellende havenstad van Tasmanië, waar de boten vanuit Melbourne aankomen.
Nadat ik Rik had afgezet bij zijn hostel reed ik naar een plekje langs het strand. Aan het strand zijn veel public toilets en public electric barbecues. Deze zijn echt superschoon en ook gratis. Heel soms is er ook een douche. Na een salade gegeten te hebben, heb ik gedoucht.
De eerste nacht in de auto was wennen; nu wist ik meer hoe het in z'n werk ging. Ik rolde soepel mijn slaapzak in en na een goede nachtrust zijn we naar Launceston gereden. Hier hebben we, midden in de stad, door de bergen gewandeld. Er was daar vlakbij een openbaar zwembad met een grasveld. Voor het eerst hadden we redelijk veel zon. We hebben de rest van de dag bij het zwembad gechilld. Na het eten hebben we nog wat door de stad geslenterd. Jammer was dat er naast ons bijna geen hond op straat te vinden was. Ondanks dat vonden we het beiden toch een hele aangename stad met veel winkels en parken.
's Avonds heb ik de auto in een woonwijk geparkeerd met uitzicht over de stad.
Vrijdag zijn we naar 'The Bay of Fires' gereden. Een ritje van ongeveer 2 uurtjes naar het noordoostelijke punt van Tassie. Een schitterende, uit wit zand bestaande baai met mooie oranje-rode rotsen. Wij dachten dat het 'The Bay of Fires' genoemd werd omdat de stenen een rode kleur hebben. Maar het wordt zo genoemd omdat de aboriginals hier vaak vuur stookten. Naja, het was in ieder geval een schitterende plek. We hadden alle tijd, en hebben wat gechillt op het strand. Zwemmen vind ik echt heerlijk, en het strand nodigde daar ook echt voor uit. Alleen het water had voor mijn gevoel een temperatuur van onder het vriespunt. Zwemmen zat er dus niet in. We zijn doorgereden naar een stadje waarvan ik de naam niet weet. We zochten een hostel; op internet zoeken konden we niet, want er was geen bereik. We hebben van de 6 dagen roadtrip misschien net drie dagen bereik gehad-> wifi is er ook nergens. Het heeft wel wat bijzonders. Na niks gevonden te hebben reden we naar het volgende dorp. Hier kwamen we gelukkig een bordje met 'backpackers' tegen, wat duidde op een hostel.
Nadat Rik had ingecheckt, zijn we naar het plaatselijke supermarktje gereden. Hier hebben we wat vlees gekocht, en zijn we gaan barbecuen bij een van de openbare barbecues. Je hoeft alleen op een knopje te drukken, en dan is 'ie voor een minuut of tien warm. (Daarna druk je het knopje gewoon opnieuw in). Er zat zelfs een spateltje bij.
Op de een na laatste dag hebben we Wineglassbay bezocht. Na ongeveer twee uur door bos gelopen te hebben kwamen we aan bij de baai. Een schitterende whitesand beach, met bijna stilstaand water. Ook deze had aan een kant rood-achtige rotsformaties. Eigenlijk leek het heel erg op ' The Bay of Fires' met een wit strand met rode rotsen. Maargoed, wat maakt dat uit? We hebben zelfs dolfijnen gezien! Ook al waren ze erg ver en zagen we niet meer dan een hoop vinnen.
's Middags zijn we verder gereden naar Sorell, een middelgroot dorpje. We hadden hier verwacht een slaapplaats te vinden, en die bleken er achteraf ook wel te zijn, maar we hadden weer eens geen internet. Omdat het al tegen etenstijd was en onze magen aan het knorren waren, zijn we naar Domino's Pizza gegaan. Een van de weinige dingen die hier goedkoper zijn dan in Nederland: een pizza voor €3,50. En nog groot ook.
We hebben in Hobart geslapen, Rik in een hostel en ik in de auto. Als laatste stond 'Port Arthur' op de planning. De grootste toeristische activiteit van Tasmanië. Omdat je aan een halve dag genoeg heb, zijn we in de ochtend naar 'The Russel Falls gereden. Een National Park met een mooie waterval. Daarnaast staat in het bos de hoogste boom van Australië, 79 meter maarliefst! Op de kaart stond ook een offroad route voor de auto. Een geinig weggetje door het bos leidde ons naar jawel... sneeuw!! We waren beide erg verbaasd. Twee Australiërs uit Adelaide waren een sneeuwpoppetje aan het maken. Ze waren al dertig jaar samen, en hadden nog nooit sneeuw met z'n tweeën gezien.
Wat later dan verwacht kwamen we aan bij Port Arthur. Het is een oude gevangenis. Het gebied bestaat uit een gewone gevangenis, een gevangenis voor langgestraften, kerken, huizen voor politieke gasten en voor de commandant. Bij het ticket zat een rondleiding. We vonden deze beide op z'n zachts gezegd niet erg spannend, noch vond de rondleidster haar laatste ronde van de dag interessant. Hoewel het wel wat onbeleefd is, zijn we er tussenuit gekropen. Rondlopen in het gebied vond ik erg boeiend. De strafmethoden en het leven daar, werden duidelijk weergegeven.
's Avonds reed ik terug naar de plek in Hobart waar ik de nacht ervoor ook geslapen had, en ik werd vergezeld door kangoeroes.
Maandag hebben we de auto teruggebracht en er kwam daarmee een eind aan de 1800km roadtrip. Al deze kilometers heb ik achter het stuur gezeten. Ik vind het heerlijk om te rijden, en Rik wilde liever niet rijden. Dat kwam dus goed uit. We hebben beide echt genoten van het super mooie eiland. Rik zou nog wel eens terug willen. Hoewel ik het een onvergetelijke roadtrip vond, met waanzinnige uitzichten en belevenissen, zou ik niet persé terug willen. Dit heeft te maken met het klimaat. Ik heb het niet vaak genoeg warm gehad om terug te willen.
Ik ben nu in een hostel in Hobart. Het is echt een anticlimax van de Tasmanië-ervaring. Na een hartelijk ontvangst van de receptioniste, kwam ik om half drie aan in een ontzettend muffe, stinkende kamer. Er lag zelfs nog iemand op bed. Ik dacht dat 'ie ziek was. Nadat hij in de avond z'n bed uit kwam om een blik knakworsten in de magnetron te stoppen, en die vervolgens op te eten met ketchup van de 'for free' plank, veranderde ik van gedachten. Je zal toch wel wat gezonders eten als je ziek ben, of een flinke kater heb. Hij ligt met z'n vieze zweetsokken aan, vlak bij mijn hoofd. De dag erop lag hij de hele dag op bed cola te drinken en idiote films te kijken.
Ik heb toen ik de kamer in kwam gelijk het raam opengezet om te luchten. Helaas hoor je dan weer de drukke straat. Na een week in de auto slapen klinkt een bed wel weer lekker, maar ik verlangde erg terug naar de rust in de auto. Deze stinkende gast is trouwens niet het enige wat mij ergert. De keuken is prima, maar als je je eten gemaakt hebt, moet je dat eten waar ook de rookplaats is van de koks van het naastgelegen restaurant. En zo zijn er nog wel meer onprettigheden...
Het eerste wat ik de volgende dag dus gedaan heb, is een rondje gelopen langs alle andere hostels in Hobart. Ze liggen allemaal in het centrum. Ook deze hostels vond ik er niet prettig uitzien, ontzettend groot en aftands. Ik ben toen naar een Flightcentre gegaan om mijn vlucht naar Sydney van een week later, om te boeken voor over twee dagen. Zij vroegen een 20 dollar servicefee bovenop de 50-dollar omboekingskosten, en zeiden dat het nergens goedkoper kon. Ik heb haar toen gedag gezegd, en het lekker zelf gedaan. Morgen zal ik de stad nog wat verder bekijken, wat sporten en vooral nog genieten van Tasmanië. Ondanks de zweetsokken en de temperatuur heb ik vooral erg genoten van het mooie eiland (zie foto's), dat door veel mensen 'klein Nieuw Zeeland' genoemd wordt.
Het was erg moeilijk een goede selectie te maken, het maximale van 18 foto's is niet voldoende.
Geschreven door Larsopreis